Op bezoek in de vallei van de Inca’s
We zijn in het Inca-rijk beland. Om exact te zijn in de ‘Valle Sagrado de los Incas‘; de heilige vallei van de Inca’s. Deze vallei ten noorden van Cusco is zo’n 100km breed. De Inca’s, die tot het jaar 1000 de regio van Cusco bevolkten, wisten zich in de 400 daaropvolgende jaren heer en meester te maken over de gehele vallei. Andere inheemse stammen werden daartoe overtuigd of (met geweld) overmeesterd. Het waren zeker geen lieverdjes, die Inca’s. Toen na de ‘ontdekking’ van zuid-Amerika door Columbus (1492) echter enkele honderden Spaanse soldaten hun weg naar Peru vonden kregen de Inca’s een koekje van eigen deeg. In 1572 werd de laatste Inca-heerser, Túpac Amaru, geëxecuteerd en daarmee kwam een einde aan de Inca heerschappij. Daarnaast stierven de inheemsen bij bosjes aan de besmettelijke ziektes die de Spanjaarden uit de ‘Oude Wereld’ hadden meegebracht. Al met al geen rooskleurige geschiedenis. Toch is er over de Inca’s ook veel moois te vertellen, zoals de wonderlijke manier waarop ze bouwen, zonder cement en toch aardbevingsbestendig. Ook de kleurrijke kleding en de gouden kunstvoorwerpen en sierraden die ze maakten zijn indrukwekkend. Daarnaast is het een wonder hoe ze op 4000 meter hoogte landbouw wisten te bedrijven zonder enige hulp van lastdieren en vaak middels terrassen op steile berghellingen. Bijna de helft van alle voedselplanten die wij nu kennen is afkomstig van de boeren uit het Andes-gebied!
De Spanjaarden hadden destijds echter weinig oog voor de cultuur en tradities van de Inca’s. Behalve dan voor hun goud! Voor de Inca’s had dit geen monetaire waarde. Het was met name een representatie van de zon die zij aanbaden en het werd als versiering gebruikt. De Spanjaarden ontdekten al gauw dat het plunderen van graven van Inca heersers een lucratieve activiteit was. En zo geschiedde de grote verwoesting van het erfgoed van de Inca’s.
Goed, die introductie lijkt me wel op zijn plek voor ik ga vertellen over ons bezoek aan de heilige vallei.
Na een aantal mooie fietsdagen, waarin we onder andere een mooi staaltje Peruaanse-dames-kracht aanschouwen, komen we dus in Pisac aan. We zijn ‘gewaarschuwd’ voor een hoog ‘hippie-gehalte’ en inderdaad… nog voor we van de fiets afstappen spotten we al de eerste toerist gekleed in drollenvanger die op blote voeten door de straten loopt. Op restaurantruiten zijn a4tjes geplakt die retreats, yogacursussen en ayahuasca ceremonies adverteren. In souvenir winkeltjes hangen doeken met prints van het chinese Yin Yang symbool en de Indiase chakra’s. Ook Nag Champa wierook, met zijn herkenbare blauwe doosje, is er in overvloed. Het geeft met een raar gevoel. De mensen hier hebben een ontzettend rijke cultuur om uit te putten, prachtige stoffen, sieraden, mystiek en spiritualiteit… waarom buigen ze dan voor de klaarblijkelijke(?) wens van de toeristen naar Oosterse symbolen en tradities? Is dat echt nodig om een bepaald slag toeristen aan zich te binden? En is dat nodig om voldoende inkomsten te genereren? Paul en ik proberen het te doorgronden, maar echt begrijpen doen we het niet.
We zijn blij met het simplistische hotelletje dat we vinden. In onze kamer hangt een grote foto van een poedel, een mooi Peruaans geweven wandkleed… en een paarse gebatikte vlag met Yin Yang teken. Voor elk wat wils…
We zijn hier echter niet om ons over collega-toeristen te verwonderen, maar voor de ruïnes. Om die te bezoeken zijn er twee mogelijkheden: óf je beklimt ze via de originele trap, 400 meter omhoog langs terrassen, torens, legerbasis, etc, óf je neemt een taxibusje naar boven en bekijkt voornamelijk het hoog(s)tepunt, namelijk ‘het dorp’. Wij kiezen voor de klim en gaan goed voorbereid op pad met zonnebrand, flessen water en een lunchpakket van gesmeerde broodjes en fruit in de rugzak. Het voelt als een ‘uitje’, alleen het pakje yogi drink ontbreekt nog.
We kunnen direct vanuit het dorp aan de klim beginnen. Als je kijkt naar hoe klein de Peruanen zijn en er vanuit gaat dat de Inca’s minstens zo klein moeten zijn geweest is het ongelofelijk hoe hoog de traptreden zijn. Het is duidelijk dat wij goed geacclimatiseerd zijn en ons vaker inspannen op deze hoogte, want we halen geregeld hijgende rood aangelopen toeristen in. Druk is het echter niet op deze route, we hebben alle tijd om op ons gemak rond te kijken. Soms lijkt het zelfs of we het (Inca)rijk voor ons alleen hebben. Het is wonderlijk hoe exact de keien waarmee gebouwd is in elkaar passen en hoe enorm sommige ervan zijn. We bespreken de bestaande theorieën dat buitenaardse wezens een hand moeten hebben gehad in deze creatie… maar komen tot de conclusie dat het ons toch waarschijnlijker lijkt dat de Inca’s gewoon héél veel tijd (en aandacht) hadden om te bouwen. Het enige dat er verder moest gebeuren was het land bewerken om in hun voedsel te voorzien…
Als we na 400 meter klimmen op het hoogste punt van de ruïne komen treffen we de vele bezoekers die zich daar hebben laten afzetten per taxi. Bij gebrek aan een glijbaan besluiten wij ook deze weg van de minste weerstand omlaag te nemen. Mijn knie heeft zich goed gehouden, maar we moeten natuurlijk niet overdrijven. Toch vond ik de klim naar boven misschien wel het mooiste van dit bezoek. Het me begeven tussen deze bouwsels. Niet het tot in detail bestuderen ervan. Ze raken me niet zoals de prachtige natuur hier dat doet. Zou Machu Picchu dat wel doen? Dat wereldwonder? Daarvoor maken we tenslotte een behoorlijke ‘omweg’ en zullen we ook de nodige Soles moeten neertellen…
Om bij Machu Picchu te komen moeten we eerst naar Ollantaytambo, een oude Incastad aan het andere uiteinde van de vallei. Maar als we op de fiets zitten krijgt Paul weer flink buikpijn. We dachten dat hij er vanaf was na een antibioticakuur en een soort parasiet-dodende pil, maar niets is minder waar. Halverwege de rit naar ‘Tambo’ stoppen we in de stad Urubamba. Als we ergens Pauls onlasting willen laten testen dan moeten we dat hier doen… híér zitten laboratoria. Blijkbaar kun je daar simpelweg binnenlopen en om een test vragen. Paul wordt met een leeg bakje naar de wc gestuurd en komt even later grijzend terug… met een vol bakje. We besluiten in de stad te blijven die nacht zodat we de uitslag een paar uur later live kunnen afhalen. Terwijl ik op de stoep gezeten de fietsen bewaak komt Paul naar buiten gelopen met zijn armen vol pillendoosjes en een grote fles roze vloeistof. Wat blijkt: hij heeft de Giardia parasiet. Een volhardende parasiet die met tijden van zich laat horen maar ook gerust een week ondergronds kan gaan (en je dus denkt ‘beter’ te zijn). Nu hebben we de juiste wapens om de parasiet te lijf te gaan! EN GARDE!
Kostenplaatje: € 7,50 voor het onderzoek + € 12,50 voor de medicatie. Het is een koopje, zo’n parasiet…
De volgende dag fietsen we naar Ollantaytambo. Gelukkig is de weg verhard. Pauls buik krampt pijnlijk samen en hij zit met samengeknepen billen op de fiets. Gelukkig hebben we een adres voor de komende nacht(en), bij een Duits/Peruaans stel dat buiten Ollantaytambo woont en jarenlang fietstours in de regio heeft geleid. We worden vriendelijk ontvangen en krijgen een eigen kamer mét badkamer toebedeeld, iets wat nu extra welkom is. Steffen en Maria zijn hartelijke hosts en vertellen ons praktische info over Machu Picchu alsook over hun gewezen carrières als technicus van de ‘Blue Man Group’ en op een cruiseschip waar ze elkaar hebben leren kennen. Paul en Steffen bakken pizza’s en broodjes in een stenen pizzaoven buiten. Ze smaken voortreffelijk!
Na twee dagen medicatie voelt Paul zich al een stuk beter en maken we ons gereed voor de tocht naar Machu Picchu. Er zijn twee opties om dit heiligdom der Inca’s te bereiken. Óf je gaat met de peperdure ‘Inca rail’ (de trein) óf je gaat met eigen vervoer of bus met een enorme bocht om het betreffende stuk land heen en loopt dan vanaf het ‘einde van de weg’ nog 10km langs de spoorrails naar Machu Picchu pueblo (dorp bij de site). Wij kiezen, zoals eenieder die de trein niet kan of wil betalen, voor de tweede optie. Langs de weg houden we een bijna leeg taxibusje aan. Hij gaat precies naar onze bestemming, om daar toeristen op te halen. HOERA! Dat gaat makkelijk! Maar onze aanvankelijke blijdschap maakt al gauw plaats voor misselijkheid, ergernis en uiteindelijk doodsangst. Onze chauffeur is een maniak! Met bijna 3000 hoogtemeters op en 4000 af over een afstand van 150km bestaat bijna de gehele weg uit bochten. Onze ‘chauffeur’ lijkt te denken dat hij in een computerspel zit in plaats van de verantwoordelijkheid draagt voor een veilige reis van zichzelf en enkele passagiers. Hij geeft gas, remt en gooit het stuur om bij iedere bocht (constant dus). Net als we denken dat het niet erger kán slaat hij af een steenslag weg op. Met een steile bergwand rechts en een honderden meters diepe afgrond links van ons scheurt hij als een idioot over dit pad dat soms amper 4 meter breed is. Ondanks dat krijgt hij het voor elkaar om zowel links- als rechtsom nog andere taxibusjes in te halen. Ik weet niet of zijn rijgedrag voortkomt uit hoogmoed, een doodswens of een combinatie van beide. Ik ben blij, Paul is woedend, en beide zijn we een paar liter vocht armer als we na 5 angstige uren uit deze moordmobiel stappen.
De wandeling langs de treinrails is mooi. Vanwege de lage ligging (2000m boven zeeniveau) lopen we door een tropische omgeving. Het is prachtig groen om ons heen. De wandeling is gemakkelijk en na zo’n 2,5 uur lopen zien we hoog boven ons de eerste ‘muurtjes’ van de ruïnes verschijnen. Eerst zullen we echter het dorp in moeten dat aan de voet van de berg ligt waarop Machu Picchu gebouwd is. Vanuit de jungle lopen we het meest toeristische dorp in dat ik óóit gezien heb. Volgens Paul lijkt het nog het meest op een wintersportdorp, maar dan in de jungle. Het bestaat bijna enkel uit hotels en restaurants en heeft een enorme souvenirmarkt. Omdat we spookverhalen hebben gehoord over de rijen voor de kaartverkoop (eerst een kaartje halen voor een tijdstip waarop je je toegangskaartje mag komen kopen) gaan we maar direct naar het verkooppunt. Blijkbaar treffen we het.. want met ons ‘kaart voor een kaartje’ kunnen we gelijk door naar één van de twee lege balie’s. Daar blijkt ook nog eens dat er nog kaartjes zijn voor ons gewenste ‘circuit’ de volgende ochtend om 10:00. PERFECT! Langzaamaan verdwijnt onze dodenrit-herinnering wat naar de achtergrond… Ons hotelletje (goedkoopste hier, duurste voor ons tot nu toe) valt niet tegen. ’s Avonds luisteren we…. ik… (Paul zzzzzzzzz…) nog een podcast over de Inca’s om de volgende dag een beetje beslagen ten eis te komen.
Na een onrustige nacht waarin het uitgaansrumour op straat rond 4:00 overging in het opstaansrumour voor de vroege vogels (zonsopgang op Machu Picchu), pakken wij ons lunchpakketje weer in en gaan op pad. Ook Machu Picchu hebben ze lekker onpraktisch hoog op een berg gebouwd, dit keer bedraagt de klim zo’n 350 meter. We kunnen ook een bus pakken voor € 12,- enkele reis (3km!)… maar we kunnen even geen bus meer zien, en zeker niet voor dat geld! De klim blijkt prachtig en het loont om geregeld even te stoppen en achterom te kijken naar de jungle die zich over de omringende bergen uitstrekt. Te vroeg staan we in de rij voor de ingang, waar we worden tegengehouden bij het poortje. Blijkbaar was dit de rij voor een entree om 9:00. Wij moeten echt nog 10 minuten wachten voor we door het poortje mogen! Die tijd vullen we met om ons heen kijken naar de andere bezoekers. De halve wereld is hier… Jong en oud, rijk en… ‘backpacker’, Azië (Chinezen en Japanners), een hoop Amerikanen, Europeanen (check!), alleen Afrika lijkt ondervertegenwoordigd. We zien menig opgespoten paar lippen, hakschoenen en dieiep decolleté. Waar die voor dienen zullen we later nog ontdekken. Om 10:00 is het dan zover, het park opent haar poortje ook voor ons!!!
In het begin is het echt even file lopen. Stilstaan kan niet, maar gelukkig moet het mooiste ook nog komen. Al gauw komen we bij het beroemde uitkijkpunt terecht. De plek om de iconische Machu Picchu, of beter gezegd ‘I WAS AT Machu Picchu’ foto te maken. We sluiten netjes aan in een rijtje om ook die mooie foto te maken. De opgespoten lippen en diepe decolletés worden hier in de strijd gegooid voor de meest sexy Machu Picchu foto. We giechelen wat in het Nederlands en bedanken de vriendelijke Japanner die een reeks foto’s van ons schiet.
Na deze hotspot valt het publiek gelukkig wat uit elkaar en kunnen we rustiger ‘ons circuit’ vervolgen. Op een volgend minder druk uitkijkpunt staan we even stil. Pas nu kunnen we rustig kijken naar dit wereldwonder. Want indrukwekkend in het zeker! Niet op de laatste plaats door zijn ligging, eromheen niets anders dan beboste bergen zo ver het oog reikt. Wat hadden die Inca’s het goed bekeken! En wat maakten ze het zichzelf moeilijk! Dankzij de vele gidsen vangen we geregeld weetjes op over hoe hier omstreeks 1500 geleefd moet zijn. We boffen met het prachtige weer, een strakblauwe hemel en stralende zon. Het is niet zo dat we hier, zoals we dachten, een hele dag zoet kunnen zijn. Er is niet echt plek om even te gaan zitten en als we dat toch proberen en een broodje uit ons lunchpakket halen worden we direct op de vingers getikt door een bewaker. Ook stiekem een ander ‘circuit’ eraan lussen wordt door deze mannen onmogelijk gemaakt. Als brave lama’s lopen we dus onze route tussen de touwtjes. Al deze ‘heisa’ neemt niet weg dat we Machu Picchu met bewondering bezichtigen, maar het doet wel af aan de ervaring van deze bijzondere plek. We rekken ons verblijf nog wat als de uitgang in zicht komt en eten uit het zicht van de bewakers toch nog een hoognodig broodje met prachtig uitzicht.
Mijn knie houdt zich onder dit alles verbazingwekkend goed en ik besluit de 350 meter terug naar het dorpje ook af te dalen (voor mij veel lastiger dan trap-op). We vinden een lichtgewicht bamboe wandelstok en dalen de (naar verluid) 1600 treden op ons gemak weer af. Van wereldwonder terug naar de wondere wereld die het dorp is. ’s Avonds in bed, bij een broodje kaas, avocado, tomaat (ons dieet), reflecteren we op het bezoek. Het was mooi, bijzonder… maar ook door dit bezoek zijn we beiden niet ‘geraakt’. De entreepoortjes, mensenmassa, bewakers, dragen daar zeker aan bij. Het wordt er een beetje ‘artificieel’ van, een attractie. En dat zijn wij niet gewend.
De volgende ochtend maken we de reis in omgekeerde volgorde. De 10km langs het spoor en dan een busje dat ons vlakbij ‘huis’ afzet. Gelukkig rijdt deze chauffeur iets beschaafder. Al maken de dikke mist die tussen de bergen hangt en waardoor we vaak maar een paar meter zicht hebben het alsnog best spannend.
We blijven nog een dagje extra op ons gastadres en brengen de avond door aan een heerlijk warm kampvuur in de tuin. Nu we deze uitstap naar de wereld van de Inca’s hebben afgerond rest ons nog één missie: de Peru Divide fietsen. Zou Pauls parasitaire indringer verslagen zijn? Zou mijn knietje echt opgewassen zijn tegen ruiger terrein en meer hoogtemeters per etappe dan we tot nu toe hebben gereden? Dat lees je, in de volgende blog. Ik kan alvast een tipje van de sluier lichten…. hij is van een gastauteur! Ra ra, wie zou dat wezen…
Met spanning lees ik al vele jaren de verhalen. Kan er altijd weer van genieten. Wij zijn ooit in Machu Picchu geweest. Maar kan me geen lastige bewakers herinneren.
Mooi verslag Hera, van jullie Machu Picchu – beleving !
beeldend omzoomd met de route en het uitzicht heen en terug.
De meeste hoogtemeters per etappe tot nu toe !
dat wordt dit jaar geen Tour de France op t.v. maar Tour de Peru ..live !
Heeeeeeeeeeeeel veeeeeeeel liefs voor jullie beide krasse renners van je (schoon-)mamaMia
Lieve Hera en Paul. Ik ben verbaasd dat de Machu Picchu zo erg toeristisch is.
Paul sterkte met je strijd met de parasiet.
Fijne reis verder.
Tja, het blijft altijd wat met die massale belangstelling voor wereldwonderen. Maar toch zul je op lange termijn het bijzondere ervan onthouden. Zeker met al die mooie foto’s 😊
Dus je luistert naar je knie? En dat wordt beloond met pijnvrije wandelingen? Kijk eens aan, dat is toch een mooie samenwerking tussen lichaam en geest. Toch?
Dat belooft iets voor de Peruvian Divide.
Ik kijk nu al uit naar het volgende (gast)blog.
Hallo allebei, wederom met veel plezier jullie belevenissen gelezen en prachtige foto ’s bekeken. Dank voor het stukje meereizen weer! Voorspoedig herstel en pijnvrije fiets kilometers toegewenst. Alle goeds Lizette
Dag Hera en Paul,
Wat geniet ik van jullie mooi geschreven reisverhaal. Overweldigende natuurpracht, waarvan ik het bestaan niet kende, spannende avonturen en nu Machu Picchu, een wereld uit het verleden opgeroepen. En ja, ook daar toeristisch… waar niet bij de meest uitzinnige wereldwonderen ver en hoog gelegen. Gelukkig veel stille natuurschoon te vinden in jullie prachtige wereld onderweg. Wens jullie nog veel genietingen toe en beterschap voor Paul.
Hartelijke groet