Peruaanse beloftes
Wanneer de zon hier achter de bergen verdwijnt, kan de temperatuur zomaar met een graad of 15 dalen. Als we geluk hebben zijn we dan al klaar om de tent in te duiken. Met een beetje pech moeten we dan de boel nog opzetten en onszelf nog wassen. Dit doen we meestal met een doek in koud water gedrenkt. Met een koud windje erbij wordt dit al gauw een kleine martelgang. Sinds we ’s middags meestal een warme lunch eten in een restaurantje hoeft er ’s avonds niemand meer buiten in de kou te zitten koken. We smeren broodjes in de tent diep weggedoken in onze slaapzakken en met al onze kleren nog aan. Nu de avonden zo koud zijn (zon weg = vriezen) maken we geregeld een ‘warme kruik’ door mijn literfles met heet water te vullen. Wat een genot is het om zo onze voeten te ontdooien en op te warmen. Vaak luisteren we samen een podcast, kletsen wat en gaan dan nog wat lezen of (in Paul’s geval) schrijven! Paul heeft het talent om zijn blog in stukjes te kunnen schrijven verdeeld over meerdere avonden in de tent, op zijn telefoon. Ik doe hem dat niet na! Ik heb een hele dag nodig, in rust, met de laptop op schoot en opperste concentratie. Wanneer een van ons een blog af heeft vragen we altijd de ander hem te lezen, schrijffoutjes te verbeteren en soms herinneringen op te schonen. Toen ik Paul’s blog las van onze tocht van Ollantaytambo naar Huancavelica vond ik hem heel erg leuk (en had ik weinig toe te voegen). Zodoende is de onderstaande blog van Paul! Ik kon het natuurlijk niet laten hem zo hier en daar nog wat aan te vullen (het is tenslotte net het echte leven). Dat heb ik in vette letters gedaan.
Heel veel plezier met het lezen van deze mooie ‘gastblog’!
Na Machu Picchu rest ons nog één missie: Peru Divide. Een kroonjuweel onder de bikepacking routes. En wij kiezen daar de mooiste stukken uit, omdat we geen tijd en energie hebben om de hele route te doen. Wij beginnen ermee in Huancavelica, waar we dus eerst naartoe zullen moeten.
Het plan is om vanaf Steffen, onze warmshowers host, naar Cusco te fietsen. Daar een bus naar Ayacucho (ja, dat merk is een plaatsnaam uit Peru) te pakken en vandaar te fietsen naar Huancavelica.
Dat begint voortvarend. De dag van vertrek komen we in de schemer al aan in Cusco, wat een dag eerder is dan gepland. We hoopten bij een ‘casa de ciclistas’ even te kunnen douchen, maar met dat plan weet niemand (in het veganistische restaurant) raad.
Op het busstation kiezen we een nachtbus. En ernaast een hostel waar we wel mogen douchen. We hebben zelfs nog even tijd wat te eten voordat de bus er is.
Die bus ziet er van een afstandje mooi uit, maar van dichtbij minder.
Het laden van de fietsen vormt een eerste bron van ergernis. De man roept dat het 20 Sol per fiets is, terwijl ik bij het kopen van de tickets tot wel 5x heb gevraagd of het echt 10 Sol per fiets is. “Ja echt!” Zei de dame keer op keer. Maar een schriftelijke bevestiging wilde ze daarvan niet geven. Ze wist dondersgoed dat het meer zou worden, maar we niet meer terug zouden kunnen als we al zitplaatsen hadden en de fietsen al half in de bus liggen. Ik haat dit soort spelletjes en dat merkte de buschauffeur ook. We komen uit op 15 Sol per fiets. Maar voor dat geld mag ik kennelijk geen voorzichtigheid verwachten 😒.
Als hij het laadruim uitstapt wijs ik hem op een enorme scheur in een achterband van zijn bus. “Geen probleem. Aan de andere kant zit een nog grotere!” Lacht hij.
We stappen in onze eerste klasse ‘coupe’ met bredere stoelen die bijna helemaal plat kunnen. En airco en wifi, maar die werken natuurlijk niet. Er is wel entertainment, maar enkel op de telefoons van onze medepassagiers die ongegeneerd op hoog volume door Insta, TikTok of YouTube zitten te scrollen. Hera en ik snappen niks van dit gedrag, maar verder lijkt niemand zich eraan te storen. Vast een cultuurverschil.
Op de WC stinkt het enorm, geen wonder, want er is meer naast de pot gepist dan erin. Water om handen te wassen of door te spoelen is er ook niet.
Door gebrek aan airco of zelfs ventilatie is het in no-time stik benauwd. Gelukkig klapt de achterband waarop ik de chauffeur attent maakte. Dan kunnen we in ieder geval even een luchtje scheppen… Euhh nee. Er is geen reserveband, dus we rijden 40 km verder tot een dorpje. Daar mogen we na roepen en bonzen op de ramen even naar buiten.
Wat ben ik dankbaar dat Paul het er op zulke moeten niet bij laat zitten! Het leek wel een sauna in die bus!
Na een flinke vertraging rijden we verder de nacht in, maar nog voor de schemer staan we weer stil. Een motorisch probleem… Na een tijdelijke reparatie kunnen we verder tot een volgende plaats waar deze bus zijn reis moet staken. Iedereen wordt overgeladen in minivans van ‘Ecotours’. Tegen mijn zin in gaan de fietsen en tassen op het dak. We dachten het ergste al meegemaakt te hebben met onze chauffeur naar Machu Picchu, maar deze bezeten debiel doet er nog een schep bovenop. Hij scheurt alsof de duivel hem op zijn hielen zit. Toeteren, inhalen, gierende banden en, onvermeidelijk, bagage die van het dak af valt. Gelukkig niets van ons, maar zakken vol met groenten van een vrouwtje die daar waarschijnlijk haar boterham mee moest gaan verdienen. Waar sláát dit op?!? Terwijl ik help met groenten uit de berm te redden, vraag ik de chauffeur waarom en of hij rustiger wil rijden. Hij knikt zonder me aan te kijken. Zegt niets, haalt zijn schouders op, zet zijn capuchon op en scheurt verder.
De busjes hier dragen bijna zonder uitzondering een grote sticker op hun voor- en/of achterruit met een tekst als ‘Jesus es mi protector‘ of ‘Jesús es mi salvación‘. Allemaal leuk en aardig… maar ik denk dat Jezus het ook wel fijn vindt als die chauffeurs hier zelf een beetje verantwoordelijkheid nemen. Vaak belemmerd zo’n sticker nog een deel van het zicht ook!
We komen levend in Ayacucho aan. Ik kan de grond wel kussen en de chauffeur wel vermoorden. Beide doe ik niet. Later zie ik dat er een fikse beschadiging op mijn stuur en frame zit. Dit zou in Nederland voldoende zijn voor een restitutie, goedmakertje of een ontslag van de verantwoordelijke, maar hier hebben we het maar te slikken.
Dus dat doen we dan maar in combinatie met allerlei lekkers dat ze op straat verkopen, zoals pappa rellena (gevulde aardappel) en vers vanille ijs.
In Ayacucho besluiten we nog wat spullen vooruit te sturen om zo onze fietsen nog lichter te maken voor de laatste etappe: ‘La Gran Final’, de zwaarste en hopelijk mooiste maanden van onze reis. Zo’n 12 kilo aan uitrusting, kleding en souvenirs sturen we naar een adres in Lima, waar we het vlak voor vertrek naar Nederland weer zullen ophalen. Nu maar hopen dat we daarvan niks meer nodig gaan hebben.
De volgende dag vertrekken we richting Huancavelica. Dat zou 3 dagen fietsen moeten zijn. Vanuit die plaats pikken wij de fameuze Peru Divide route op. Ondanks de lichtere fietsen is het flink werken, de berg op. De zon verstopt zich steeds meer achter de wolken waardoor het ook goed koud wordt. We durven er geen hoge verwachtingen van te hebben, maar er zouden thermale baden zitten op 60km… We redden het voor zonsondergang en het is zowaar open. Het ziet er niet uit, maar ons eerste warme bad sinds ons vertrek is heerlijk! Wat fijn om even van top tot teen en tot op het bot warm te zijn. We slapen naast de baden in ons tentje.
De klim van gisteren vervolgen we en stopt pas net onder de 4800 meter. Ik ben niet helemaal gezond en verdenk wederom de Giardia parasiet. Ik ben zojuist over mijn eigen zonnebril heen gereden: niets van over. We worden op de hielen gezeten door regen (wat op deze hoogte ook sneeuw of hagel kan blijken). En het is vermoeiend… Kortom: het valt me allemaal zwaar vandaag.
Vlak onder de top stopt er een auto met twee overenthousiaste jonge mensen erin. Broer en zus uit Lima, die ons direct uitnodigen bij hen te logeren als we daar zijn. Ze zijn met hun moeder naar Ayacucho, haar geboorteplaats geweest. We krijgen mandarijntjes, koekjes, lof en omhelzingen. En vooral dat laatste had ik meer nodig dan ik besefte. Ik beelde me zo’n knuffel van mijn ouders in en houd mijn tranen binnen. Totdat ze weg zijn, dan laat ik ze lopen. Ik heb moeite te bevatten waarom dit ineens zo hard binnenkwam. Zo’n kleine subtiele hint naar huis…
De emotionele ontlading doet me goed en relativeert mijn zorgen en ergernissen. En dat komt niets te vroeg, want de afdaling is prachtig. Wellicht de mooiste die we tot nu toe voor ons hebben gehad De bergen hebben allerlei kleuren en vormen. En onze smalle weg meandert daar rustig tussendoor. Talloze foto’s kunnen de pracht en omvang ervan moeilijk vatten. Het is zó indrukwekkend en ‘humbling’ hier te mogen rijden! Het eerstvolgende dorpje zou ons de keuze bieden tussen een meer of minder avontuurlijke route, en een restaurantje. De keuze wordt voor ons gemaakt. Er is geen restaurant voor de nodige energie, en het begint te regenen… De eerste neerslag in maanden, en onze regenkleding is onderweg naar Lima 🙈. Dus kopen we In een winkeltje cakejes en 2 stukken landbouwzeil, welke tot poncho worden gemaakt. We gaan dus verder over de weg, de minder avontuurlijke route.
Ook de volgende dag hebben we de poncho meer nodig dan ik zou willen. Wel steken we wederom een prachtige pas over. De omgeving kleurt deels wit van de sneeuw, wat het ongemak ruimschoots goed maakt. Hera geniet met volle teugen van dit soort dagen. Rauw, groots en intimiderend.
We dalen af tot een dorpje waar een municipal hostel is waar je gratis mag slapen. Als we daar moe en verkleumd aankomen vraagt een man of hij ons kan helpen. “Jazeker! We zouden graag hier slapen!” Zonder enig teken van medeleven wijst hij ons verzoek af. Een inheems vrouwtje (die ik het uiteraard van harte gun) wordt wel binnen gelaten. De afwijzing zonder begrijpbare reden voelt zuur.
Het is nog 40km en voornamelijk afdalen naar Huancavelica. Hera en ik kijken elkaar aan om te beoordelen of dát er nog in zit. We besluiten er voor te gaan. Hoe verder we komen hoe natter de omgeving. De weg is een modderstroom geworden. In schermer en volledig onder de blubber komen we uitgeput en verkleumd aan. Na vier hotels te hebben bekeken, checken we in bij de enige die een warme douche beloofd. Maar helaas blijkt ook dit een holle belofte. De zonneboiler heeft vandaag geen zon gezien, en de elektrische backup waren ze vergeten aan te zetten. Paar uurtjes geduld nog… Grrr.
Zeg maar gerust ‘GRRRRRRR GRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR!!!!’. Paul heeft het hélemaal gehad… hij kookt, hopelijk warmt dat hem een beetje op. Ik baal ook en kruip met mn vieze kleren en lijf diep onder de dekens om tenminste een beetje op te warmen. Zo zitten we rillend in bed tot ik tenslotte onder een lauwe douche besluit te stappen om het koude zweet van mn lijf te wassen. Het blijkt een slecht idee. Ik sta te rillen onder de douche en mijn pijnlijke spieren gaan alleen maar meer pijn doen als ze verkrampen onder het lauwe water. Paul is wijzer, die wacht nog een uur of twee en heeft dan, eindelijk, een heerlijk warme douche. Net voor middernacht spring ik er toch ook nog maar een keertje onder. Uiteindelijk liggen we dan toch allebei warm en schoon in bed… uitgeput!
We blijven 2 nachtjes in het toeristische plaatsje Huancavelica. In die tijd doen we onze gebruikelijke voorbereidingen voor een aankomende etappe: kleren wassen, geld pinnen, inkopen en ik doe nog een Giardia test, welke negatief blijkt. Mooi!
Door de straten gaat een flinke optocht van groepen jongeren die met traditionele muziek en dans hun inheemse afkomst eren. Het is een prachtig en imposant spektakel. De toewijding waarmee jongeren hun cultuur omarmen is bijna ontroerend. Zulk erfgoed is in Nederland of zelfs west Europa uitgestorven. Ik ben blij te zien dat dat hier nog leeft.
Net als we het dorp willen uitrijden word ik staande gehouden. Door een Nederlander en een Belg. We houden elkaar een tijdje voor de gek door Engels tegen elkaar te praten. Even later sluiten er nog 2 Nederlanders aan. Het is lang geleden dat we fietsers tegenkwamen en leuk ze even te spreken. Aangezien de Peru Divide een populaire route is zullen we er (veel) meer gaan tegenkomen. Dat doet me denken aan de dagen op de Carretera Austral, waar we er tientallen per dag troffen.
Ik weet niet zeker of ik dat een pluspunt vind, maar ik neem de gok. Met plezier!
Dat was het! Wat kan ‘ie leuk schrijven hé?! Het was echt een pittige rit, van Ayacucho naar Huancavelica, maar toch heb ik er enorm van genoten. Inmiddels zijn we verlost van sneeuw, hagel en regen. En de natuur… die is alléén maar indrukwekkender geworden. We fietsen door de meest onwereldse prachtige landschappen en genieten daar met volle teugen van. Ook al betekend dat geregeld klims van ruim 1000 hoogtemeters per dag. Maar daarover lees je… natuurlijk, in de volgende blog!
Voor nu een hartelijke groet vanuit de Peruaanse Andes,
Hera & Paul
Wat kunnen jullie beide mooi schrijven. En zo eerlijk. Een genot om te lezen. Dankjewel.
Ooit samen een boek schrijven?
Groet, Jurgen
Dank weer voor het delen! En een stukje meereizen…alle goeds Lizette
Wat een avontuur hebben jullie altyd leuk om.jullie blog te lezen mooi geniet elke keer verhalen med maken lang blijven jullie er nog
Komen jullie Nederland he??
Groeten miranda de swart
Mooi en gevoelig geschreven Paul, en informatief en leuk aangevuld Hera !
Wat een die – hards dat jullie al die tegenslagen doorstaan en overwinnen
en de zin en energie hebben om de volgende dag weer op te staan en verder te gaan. Dan moet het landschap toch
heel bijzonder zijn, en daar getuigen de fotoos ook van, om het moreel hoog en de moed er in te houden.
Tot het volgende blog , en gelukkig tussendoor de vele lieve appjes……,
voor beide heeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeel lieve groeten en een extra dikke knuffel voor Paul van (schoon-)mamaMia
p.s In het zomernummer van Vogel Vrije Fietser ( magazine van de Fietsersbond) zegt schrijver Wim Daniels :
FIETS is het mooiste Nederlandse woord. Zondermeer een uitnodigende uitspraak om te overpeinzen…..