HOGE HOOGTEN EN DONKERE DIEPTEN

Terug beneden in het dorp is het een drukte van jewelste in de oude smalle straatjes van het centrum. Gelegenheids(?) drum- en panfluitbands en fanfares spelen korte deuntjes herhaling na herhaling terwijl ze door de straten marcheren. Ze lopen een route langs de 14 kruiswegstaties (afbeeldingen van Jezus’ lijdensweg) tot aan het centrale plein voor de kerk. Het is de dag voor pasen. Een streling voor het oor is het zeker niet en als de eerste dikke droppen uit de lucht vallen besluiten Paul en ik richting onze overnachtingsplek te gaan. Als we aankomen is de vrouw des huizes onze fietsen aan het bedekken met een stuk plastic en heeft ze onze fietskleding in de garage opgehangen. Ik had uit tijdsoverwegingen eerder deze middag enkel de tent opgezet maar nog niet ingericht. Terwijl we onze matjes, slaapzakken en meer uit de tassen pakken barst de regen in volle hevigheid los. Onze gastvrouw komt ons onder een paraplu nog dikke dekens aanbieden en eventueel een plastic zeil voor over de tent. Onze slaapzakken en het tent voldoen echter prima. Behalve dan het grondzeil! Al gauw is alles dat in de tent op de grond ligt doorweekt, met als gevolg dat we de volgende ochtend ons hele hebben en houwen in de tuin uitstallen tot de ochtendzon het heeft gedroogd.

In twee dagen fietsen we naar de eerstvolgende stad, Tupiza. Als we daar informeren naar de bustijden en -prijzen voor een rit naar Uyuni blijkt er een bus voor een klein prijsje op het punt van vertrekken te staan. ‘Doe jij de fietsen dan haal ik eten!’ zeg ik tegen Paul en ren er vandoor richting de kraampjes. Als ik een paar minuten later terugkom met wat witte en gefrituurde broodjes en een rol koekjes heeft Paul onze fietsen er al bijna in liggen. Snel koop ik nog twee tot de rand gevulde bekers sinaasappelsap bij een verkoper naast de bus en een minuut later rijden we. Als ik naar onze plaatsen loop voel ik iemand zachtjes in mijn blote kuit knijpen. Ik kijk om en zie een oud vrouwtje zonder tanden gniffelen met pretoogjes. ‘Wat een grappig omatje’, denk ik. Als de bus een uur later stopt voor de lunch komt het omatje naast me op een bankje zitten. We kletsen wat. Ze is 90 jaar, biecht ze op, nadat ze me eerst heeft geprobeerd wijs te maken dat ze 100 is. Ze blijft af en toe in het vel van mijn blote been knijpen en barst dan uit in een tandeloos lachen. Ze vindt het maar wat grappig dat ik hier in mijn korte broekje zit. Volgens haar véél te koud op deze hoogte! We vergelijken onze handen (die van haar zijn piepklein en gerimpeld) en ze zegt dat mijn huid hier net zo zwart gaat kleuren als mijn fietsbroek. We zijn een bezienswaardigheid voor de andere reizigers die toch niets anders te doen hebben tijdens deze tussenstop. 90 jaar, alleen op pad met de bus en dan zo’n lol kunnen hebben om je eigen grapjes… een vrouw om een voorbeeld aan te nemen.

Vanwege mijn opspelende kniepijn moeten we keuzes maken; wat fietsen we wel en wat ‘slaan we over’. We willen graag over de Salar de Uyuni fietsen. We hebben al zó veel te gekke foto’s daarvan gezien en goede verhalen over gehoord van andere fietsers. Terwijl Paul in de hotelkamer aan zijn blog werkt loop ik over de markt in de stad. Daar is werkelijk alles te koop en het is er gezellige druk. In Argentinië deden we de meeste van onze inkopen in winkeltjes. ‘Tienda, kiosko, supermercardo, negocio, almacen’, allemaal namen voor ongeveer hetzelfde soort buurtwinkeltjes. Hier moet je echter op de markt zijn zie ik! Ik kom terug met de ingrediënten voor een knoflooksoep (wat een fiasco wordt) en een reep chocolade (welke smaakt als de bruine suikerbeestjes van Sinterklaas vroeger). Bij een tour agency vraag ik naar de staat van de Salar de Uyuni op dit moment. Tijdens het regenseizoen staat er namelijk vaak een flinke laag water op. Die trekt niet in de grond maar moet door de tijd heen verdampen. We zitten net ná het regenseizoen… kunnen we er al op? Ik moet Paul het slechte nieuws brengen: er ligt nog een flinke laag water op het zout. Er zijn droge stukken, maar er is geen beginnen aan om de vlakte op dit moment met de fiets over te steken. Om nog maar te zwijgen beginnen over de schadelijkheid van zo’n spray zoutwater voor onze fietsen.

We balen er een beetje van. Zeker Paul had er erg naar uitgekeken. We besluiten de volgende dag aan het eind van de middag zonder bagage naar de vlakte te fietsen. Het is een mooi gezicht en we schieten enkele fotootjes. Overal om ons heen zien we toeristen op tour met jeeps door de plassen rijden. Dat kan voor die auto’s toch ook niet goed zijn.. De zon zakt vuurrood in het zout en in het donker fietsen we de vlakke 22 kilometer terug naar ons hotel. Aan het centrale plein check ik zo’n zeven pizzeria’s. We hebben best zin in een pizza op de hotelkamer. Maar ze zijn allemaal te duur naar onze smaak. Niet gek, want het is hier een toeristische hotspot en daar is de boel op ingericht. Aan de tafeltjes zitten alleen maar westerlingen met hun telefoons en laptops op tafel. We fietsen een paar straatjes terug waar we eerder de drukbezochte lokale eettentjes hadden gespot. Kip, kip en nog eens kip! Kip dan maar, voor een keertje? Ik vraag om een poot. Áls ik dan vlees eet wil ik ook dat er een bot in zit. Dat het dier en lichaamsdeel herkenbaar blijft. We smikkelen er eigenlijk best wel van en kijken elkaar glimlachend aan. We zijn allebei blij dat we een lief hebben die liever hier op een plastic stoeltje aan een lokaal bordje zit dan tussen de andere toeristen in een ‘fancy’ restaurant.

Inmiddels hebben we een afspraak gemaakt met de dame van het WorkAway adres. We kunnen er over drie dagen terecht en tot haar locatie is het 140km fietsen, meer bergaf dan -op. Iedere ochtend als we op de fiets stappen beleef ik het weer. ‘Wat is het HEERLIJK om weer op de fiets te zitten!’ zeg ik telkens tegen Paul. Ook geniet ik ervan weer in ons eigen huisje, ons tentje, te kruipen ‘s avonds. De eerst avond op het erf van een klein boerderijtje met enkele varkens en een bende pups. De tweede avond met uitzicht op de ‘Puente Sucre’, een uit de kluiten gewassen hangbrug naar een klein dorpje aan de overzijde van de rivier.

En nu zijn we dus in Yotala, aan het schuren, verven, plamuren, timmeren en in de middagen rust en soms een spelletje. Beide zaterdagen bezochten we de stad Sucre waar we de mooie koloniale binnenstad bewonderden en vooral genoten van de gezellige drukte en de vele geuren en kleuren op de grote markt. Over enkele dagen zit onze tijd hier erop. We hebben beide veel zin om weer op de fiets te stappen. Hoe dat zal gaan met de knie is te bezien, maar we willen en gaan in ieder geval weer op pad! Om te beginnen richting Cochabamba. Dat klinkt alleen al leuk, ritmisch en kleurig. Of het dat ook is en hoe de weg er naartoe ons vergaat, dát lees je in de volgende blog!

5 gedachten over “Hoge hoogten en donkere diepten”

  1. Zo dat was weer een spannende reis , en veel leuke foto,s erbij , hopelijk kun je met je knie toch nog verder komen .
    En ik wens jullie verder een goede reis , en hopelijk horen we binnenkort weer van jullie . XXX groetjes Mieke

  2. Hé hangmatblogger 😁

    Wát een overvloed aan ervaringen. Wordt je daar niet moe van in je hoofd?

    Wees lief voor je knieën en ze zullen je overal volgen. 😘

  3. Fijn dat je even geen last van je knie hebt.
    En die rauwe kip zou ik ook niet gegeten hebben hoor 😢
    Dat taartje daarentegen ziet er wel lekker uit 😋
    Groetjes aan Paul en tot de volgende.

  4. Ha meisje, eindelijk je blog gelezen, daar had ik een zondagmiddag voor nodig, maar deze blijkt zeer goed besteed.
    Veel wetenswaardige informatie over de lokale geschiedenis
    en dagelijks inspanningen om in levens onderhoud te voorzien,
    indrukwekkend maar ook beschamend als je je opnieuw realiseert hoe wij Europeanen
    welvaren op hun koloniale buit ten koste van ooit miljoenen mensenlevens.

    De kip ziet er rauw uit, maar die zal toch wel gekookt zijn ???
    Maar waarschijnlijk niet afkomstig uit de bio-industrie ???
    Prachtige fotoos opnieuw,
    die mij even laten vergeten dat ik hier mijn enigszins saaie Tilburgse leven leid.
    Goed geschreven over je zielenroerselen met betrekking tot je verknochtheid aan het fietsen,
    en je zorgen daarover!
    En nu op naar Cochabamba ! dat jullie de weg mogen blijven gaan die je goed doet,
    veeeeeeeeeeeeele lieve groeten, ook aan lieve schoonzoon Paul van je mamaMia

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven