‘Before I tell you my story, I want to take you with me on one particular part of my travels.
What’s the hottest temperature you’ve ever been in? 90 degrees (fahrenheit), 100? Can you remember how hot that felt? The feeling of being baked. The sweat dripping into your eyes. Clothes sticking to your skin. Can you feel it?
Now imagine yourself in over 120 degrees. You’re in the desert in Kazakhstan. There is not a building in sight. Nothing but endless sand and low bushes and a road that is blurred in the shimmering heat. And you’re on a bicycle.’
Zo begon ik zes dagen geleden mijn speech in een 5 sterren hotel in Bellevue.
Bellevue is het upperclass naburige stadje van Seattle. In de zaal zat 300 man publiek rond tafels verwachtingsvol in mijn richting gedraaid na een beloftevolle introductie. Vanaf het podium keek ik in felle witte lampen, mij welbekend van de theaterpodia waar ik de nodige tijd op heb doorgebracht. Mijn zwarte pumps beknelden mijn tenen en op de schermen links en rechts van het podium stond een levensgrote foto van mij in Alaska geprojecteerd.
WAARSCHUWING VOOR FIETSFANATEN: In deze blog wordt weinig tot niet gefietst!
Reis even met me mee terug in de tijd, dan vertel ik hoe ik in dat hotel in Bellevue op dat podium terechtkwam.
Het was op 7 oktober dat ik noodgedwongen (wildkamperen strikt verboden) op een camping moest kamperen in Jasper, Canada. Om geld te besparen vroeg ik drie jongemannen die gelijktijdig op de camping arriveerden om de kampeerplek te delen. Zo kampeerde ik die nacht met Trevor, Tim en Scott. Na het uitwisselen van reisverhalen en een gezellig diner en ontbijt samen zeiden we gedag.
Enkele weken laten kreeg ik bericht van Trevor. Hij had mijn verhaal gedeeld met zijn collega’s en baas en er was interesse in een lezing van mij bij hen op het werk, bij Umpqua bank. In November bezocht ik Trevor en Umpqua in Spokane en ineens bleek het niet meer over een lezing bij een enkele vestiging te gaan, maar om een speech tijdens hun jaarlijkse ‘Celebration of Excellence’. Een evenement waarbij alle presidenten van de bank aanwezig zijn en awards worden uitgereikt aan medewerkers die dat jaar een bijzondere prestatie hebben geleverd. In maart!
Verdomd, dacht ik, dat gaat voorbij, want dan ben ik al lang en breed in Mexico.
Maar dat bleek Umpqua bank niet te deren en door de maanden heen ging ik zien dat dit een enorme kans was en een groot voorrecht. Mij ‘op-en-neer-vliegen’ vanuit Mexico was geen probleem. Ook hoefde ik niet in mijn reiskloffie het podium op dankzij een envelop ‘kleedgeld’ en in Bellevue zou ik worden ondergebracht in een vijf-sterren-hotel.
In Joshua Tree begon ik aan het schrijven van een speech waarin ik vertelde over mijn leven op de fiets en een aantal paralellen aanstipte met het bedrijfsleven binnen de bank, zoals onder andere: je niet laten leiden door angst, verantwoordelijkheid nemen, omgaan met onverwachte omstandigheden, doorzetten en je hart volgen.
8 maart was het zo ver. ’s Ochtends vroeg op het vliegtuig terug richting de USA. Via een overstap in Mexico City en één in Los Angeles landde ik ’s avonds in het natte Seattle.
De eerste dagen verbleef ik bij vrienden in Tacoma, Dave en Jenny, met wie ik in november Thanksgiving doorbracht en vanaf waar Shaun en ik samen vertrokken. Zij wonen op een wonderlijke locatie, 240 traptreden van een klif af op een huis op palen boven het water. De ideale plek om te landen en me voor te bereiden op de speech.
Tussen mijn en hun werk door brachten we samen tijd door, shopten we voor een ‘business-casual’ en een ‘cocktail-formel’ outfit en hielden een try-out speech voor vrienden en bekenden. Voor 15 man in de woonkamer hakkelde en stotterde ik door mijn verhaal heen. Gelukkig mijzelf goed genoeg kennende om er op te kunnen vertrouwen dat het drie dagen later toch vloeiend zou kunnen gaan. Na samen met Dave nog even de toerist te hebben uitgehangen in Seattle middels een bezoek aan de Spaceneedle nam ik mijn intrek in het Hyatt Recency in Bellevue.
Een KINGSIZE bed voor mij alleen, een glimmende badkamer! Hoe lang was het wel niet geleden dat ik EN een heuse kamer met alles er op en er aan EN het rijk voor me alleen had? Waarschijnlijk in Jasper, toen ik vanuit het ziekenhuis enkele dagen alleen in Bruce’ appartement doorbracht, 5 maanden geleden. Ditmaal waren de omstandigheden een stuk aangenamer. Wat een heerlijkheid!
De avond voor het evenement werd er gesoundcheckt en werden mijn foto slides ingeladen door de technici.
De volgende middag was het zo ver. Op de placemats stond mijn route door de USA, daarnaast lag voor iedereen één van mijn ansichtkaarten. Na een zeer vlijende en mooie introductie van Trevor, dankzij wie ik uiteindelijk hier was, mocht ik op.
Ik bleek het goed te hebben ingeschat en de speech ging vloeiend. Ik kreeg een staande ovatie en werd na afloop en rond het diner die avond doorlopend benaderd met vragen en complimenten.
De volgende middag reisde ik via Seattle terug naar het vliegveld voor een nachtvlucht terug naar La Paz, waar Shaun, die inmiddels in La Paz was aangekomen, me met de fiets van het vliegveld afhaalde.
Samen namen we de ‘overnight’ veerboot naar Mazatlan, een stad op het vaste land van Mexico. Ik was nog flink vermoeid van de ‘red eye’ vlucht (zo noemen ze een nachtvlucht in Amerika).
’s Ochtends kwamen we aan in Mazatlan.
De ene nacht slaap ik onder de 1000-sterren-hemel tussen de cactussen, een andere nacht in een 5-sterren-hotel en weer een andere nacht in een hostel waar slechts een douchegordijn de wc van de kamer scheidt en een wastafel die van de muur komt en op de grond kapot klettert. Het één is niet per definitie fijner dan het ander. Het één is wel comfortabeler dan het ander..
Het gevoel hoe bijzonder of anders dan gangbaar mijn dagelijks leven is vervaagt met de maand. In gesprek met anderen word me dat nu en dan ineens weer scherp duidelijk.
Terwijl het voor mij ook nog niet zo lang geleden was dat ik me moeilijk kon voorstellen dat ik nachtenlang onder sterrenhemel zou liggen op een matje, ver weg van mensen, tussen de schildpadden, ezels en cactussen, bij een kampvuur om warm te blijven in de nacht. Mijn moeder noemde me onlangs ‘Bonanza-girl‘.
Ik had me niet kunnen indenken hoe comfortabel ik me op zulke plekken zou voelen.
Hoe heerlijk het is om te voelen alsof de wereld van mij is, en van niemand en van iedereen tegelijk. En veel meer nog, hoe ik van de wereld ben. Hoe ik van niets anders gemaakt ben dan de prikkelige cactus, het zand onder mijn matje en de sterrenhemel boven me; niets anders dan energie… en een ziel. Althans, dat geloof ik dan.. dat moet haast wel. Wat is het anders dat mij ik maakt en mij rond de wereld laat trappen?
Zo in de nacht tussen de cactussen in de ‘middle of nowhere’ kan ik me verder weg voelen dan ooit, weg van alles wat ik ken. En aan de andere kant, als ik de zon onder zie gaan, weet ik dat die langzaam maar zeker in Nederland opkomt om mijn vrienden en familie te verwarmen, tot daar de avond valt en de zon mij komt wekken.
Of het de bankiers lukte om zich voor te stellen dat ze bij een temperatuur van ruim 45 graden celcius op een fiets in de woestijn zaten durf ik niet te zeggen.
Ik heb me omgekeerd ook geprobeerd voor te stellen dat ik iedere dag in de auto naar mijn werk op de bank zou gaan. Misschien wel net zo lastig..
Ik vertelde hen hoe ik in Kazachstan worstelde met de overweldigende hitte, hoe ik liftte en daarna weer doorfietste en hoe ik verliefd werd op de woestijn. Twee dagen na die grote worsteling zag ik mijn eerste kamelen, zomaar naast de weg.
Dit is hoe ik de speech afsloot:
Every heart beats a different rhythm.
Listen closely, follow it and take on the challenges.
Ride into that dessert.
Don’t give up to easily, but also don’t harm yourself blinded by some goal.
Keep pedaling.
And I can guarantee you that at some point along the way you too will find camels.
Elk hart klopt een ander ritme.
Luister goed, volg het en ga de uitdagingen aan.Rijdt die woestijn in.
Geef niet te gemakkelijk op, maar doe jezelf ook geen geweld aan verblind door een doel.
Blijf trappen.
En ik verzeker je dat op een dag langs jouw pad ook jij kamelen zult vinden.
Na twee dagen in het oude centrum van Mazatlan en het reorganiseren van mijn bagage en gedachten (dat is wel weer even omschakelen, van speechen naar fietsen) stap ik hier morgen weer op richting zuiden.
Ik kijk er naar uit om het vaste land van Mexico te verkennen, hoe meer naar het binnenland hoe authentieker, heb ik begrepen. Al turend naar de kaart en met de nodige tips van Mexicanen en reizigers begint er zich een route te vormen. Precies dat wat ik nodig heb om echt enthousiast te worden; een vaag plan!
Voor wie het gemist heeft; in mijn volgende blog weer een hoop GEFIETS!
Haste luego!