Thuiskomst van een fietsreis

26 mei 2010 Nederland, den Bosch, 15:13 en het regent buiten.

Waar moet ik beginnen?

De vliegreis naar huis..
In totaal ben ik zo’n 24 uur onderweg geweest. Hoe ik me voelde tijdens die 24 uur is het beste te begrijpen als ik vertel wat ik die 24 uur heb gedaan… NIETS, helemaal niets. Ik heb geen letter gelezen, geen cd geluisterd, geen film gekeken, geen woord geschreven en haast niemand gesproken. Ik weet niet hoe ik die 24 uur door ben gekomen, maar het moet hebben bestaan uit staren, huilen en lichtjes slapen. Het was zo onwerkelijk om naar huis te gaan…
Ik wilde helemaal niet weg uit Nepal.

Toen ik op Schiphol aan kwam was alles zo geregeld. Binnen een kwartier stond ik voor de deur van de aankomsthal en voor ik het wist was ik er doorheen. En daar stonden ze, mama, Remo, Madje en Michael.. mijn ontvangstcomitee! Ondanks dat ik lijfelijk wel geland was zat ik geestelijk nog volledig in Nepal en was het moeilijk om de vreugde van het weerzien op dat moment echt binnen te laten komen.

Nu 3,5 week later, merk ik dat ik echt begin te landen. Dat begon ongeveer een week geleden. Tijdens mijn eerste dagen terug in Nederland kon ik me (behalve het gezelschap van mijn dierbaren) geen enkele reden bedenken waarom ik hier zou willen zijn. Ik heb even moeten herontdekken dat je het hier ZELF leuk moet maken, en dat dat heel goed mogelijk is.
Ik ben weer plannen aan het maken voor de komende tijd. Maar als er maar even een boek of beelden mbt reizen voorbij komt begin het alweer te kriebelen en word die vlam als een gek aangewakkerd. Dus ja, er vormen zich stiekem al weer plannen.. Grootste plannen. Plannen om van Nederland naar Kathmandu te fietsen, plannen om van Egypte naar Zuid-Afrika te fietsen, plannen India te gaan ontdekken, Zuid-Amerika, Noord-Amerika, fiets- of misschien wel motorplannen voor Australie.. Maar voor nu zijn dat alleen nog maar hersenspinsels. Ik wil ook in Nederland iets opbouwen (een carriere?) en daar moet ik NU mijn energie in steken.

Als ik nu terugkijk op mijn reis, zie ik het als een behoorlijk avontuur. Als ik foto’s terug zie an ik soms bijna niet geloven dat ik echt in mijn eentje trap voor trap, meter voor meter die wegen heb befietst. Trap voor trap, meter voor meter door Vietnam, Laos, Cambodja, Thailand, Maleisie, Singapore, Bali en Lombok. Veel mensen hebben het idee dat ik veel samen gereisd heb. Dat verbaasd me.. Ik voel het zelf alsof ik juist heel veel alleen ben geweest en daar korte momenten van gezelschap in zaten. Iedere fietsdag opnieuw trapte ik me in mijn eentje een weg door rijstvelden, jungle, inheemse dorpjes, nog nog en nog meer palmbomen, karstgebergten etc.
De laatste maand in Nepal is bijna een losstaand avontuur. Zonder fiets, met gezelschap en los van de andere, zuid-oost Aziatische, landen.

En dan de grote vraag, die mij veel gesteld wordt:
‘Ben ik veranderd?’
Ik geloof niet in echt ‘veranderen’. Ik denk alleen dat er dingetjes helderder kunnen worden, dingetjes afgaan en bewustwordingen bij kunnen komen. Ik ben geen ‘ander mens’ geworden.
Ik ben rustiger geworden. Dat merk ik vooral zelf. En misschien wil dat ook wel zeggen ‘zekerder’. Ik heb zelfs het idee dat ik rustiger ben gaan praten. Ik heb meer geduld. Ik sta mee open.
Ik heb, gek genoeg, op reis heel erg gevoeld hoe het is als ik niet (het gevoel heb dat ik) hoef te presteren.
Iedereen die ik ontmoette kwam uit een andere ‘cultuur’ (en dan bedoel ik ook gewoon de andere reizigers uit Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland) en dan is niets echt ‘raar’. Ik kon voor 1000% zijn wie ik ben zonder daar een uitleg bij te hoeven geven. En dan hoor je ineens ergens bij…………
Bij die groep, die hele grote groep die eigenlijk nergens bij hoort, die ‘wereldburger’ is.. die ‘reiziger’ is.. die ‘alleen’ is.
En als ik dat gevoel hier in Nederland kan vasthouden, denk ik dat ik bereikt heb wat ik wilde bereiken. (Als ik al iets wilde bereiken).

In de 182 dagen dat ik op reis ben geweest heb ik in 119 verschillende bedden geslapen! Dat wil zeggen dat ik 2/3 van de tijd daarwerkelijk aan het ‘verplaatsen’ (of zeg dus maar gerust FIETSEN en natuurlijk lopen) ben geweest. Mijn kilometerteller heeft wat mankementen gehad, maar de gefietste afstand zal op zo’n 6500km neerkomen.

Afgelopen weekend, toen het heerlijk weer was, kon ik eindelijk mijn hart weer ophalen en op de fiets klimmen. Ik ben naar Amsterdam gefietst en heb daar lekker een nachtje gekampeerd. De camping was, tot mijn blijde verbazing, gevuld met hetzelfde soort ‘backpackers’ dat ik in Azie tegenkwam. Ik voelde me als een vis in het water (of is die uitdrukking inmiddels vervangen door ‘als een Hera op haar fiets’?).
Wat was het heerlijk om weer onderweg te zijn!!!

Om af te sluiten, nog een stuk dat ik onderweg geschreven heb.

———————————-
Ik schrijf. Ik schrijf in Phnom Penh. Dat is makkelijke geschreven, zo als eerste woorden.
Ik schrijf ik Phnom Penh terwijl ik wacht op Ben, Ben de caveman. Niet meer, hij heeft zijn baard er af geschoren, laten scheren. Ik ontmoette Ben 2 weken geleden, in Pakse, Laos. En samen hebben we 3 dagen over het Bolavenplateau gefietst. Ik en Ben de caveman. Toen nog wel. Ik, een schoonheidsfetisjist bij uitstek, in bed met een kerel met overal haar. Niet dat er iets gebeurd is. Niet meer dan zijn voeten tegen de mijne. Ben is zo’n jongen bij wie je je instant op je gemak voelt. Zelfs als je even niet weet wat je moet zeggen. Naast Ben kun gewoon zitten en niks zeggen. En achterop zijn fiets tegen zijn rug aan leunen, met een arm om zijn buik, terwijl hij ‘s avonds door de hoofdstad van Cambodja fietst. Zo’n jongen waarvan je wil dat hij gewoon naast je ligt, om je even wat minder verdwaald te voelen.
Maar, waar het om ging; ik schrijf. Na 3 maanden op reis heb ik dan eindelijk de behoefte om iets op papier te zetten. En ondanks het feit dat ik, in mijn eentje, op de fiets een vreemd continent doorkruis, gaat het toch weer over mannen. Ben ik daarvoor naar Azie gevlogen? Om te schrijven over blonde Nieuw-Zeelanders met een baard?
Bij deze schrappen we Ben uit het verhaal. Vaarwel, Ben, de voormalige caveman.
Ik schrijf, ik schrijf en ik fiets. Ik fiets duizenden kilometers over Aziatische grond. Al bijna 3 maanden. Door rijstvelden en regenwouden, over dirtroads, bergpassen, snelwegen en vulkanen. Ik heb vertwijfelde ogen gezien, met daaronder een brede glimlach of een open mond, van mannen die een blanke jonge vrouw op een zwaar bepakte fiets zwetend de helling naar hun dorp op zagen zwoegen. En ik heb vrouwen gezien. Vrouwen die mij trots maakten. Niet om wat ik doe. Maar door wie zij zijn.
En het feit dat ik daar een deel van ben. Vrouwen, schijnbaar zonder ijdelheid, maar mooier dan ik ooit had gezien. Oude gerimpelde vrouwen, keien hakkend in Vietnam. Tenegere vrouwtjes in Thailand, met 100kilo rijst op hun rug.
En moslimvrouwen in Maleisie, trots dat zij, doormiddel van hun hoofddoek zelf uitmaken welke man zich wel of niet aan hen mag verlekkeren. Terwijl ik, in mijn korte fietsbroek en t-shirt, door de mannen daar, als levende pornofilm wordt beschouwd en behandeld. Als ik tijdens mijn eerste fietsdag in Maleisie, door verschillende mannden wordt gevolgd, opgewacht, klem gereden en om seks wordt gevraagd, besef ik dat de tijd van de lange broeken en pepperspray is aangebroken. Mijn begrip van en voor de Islam slinkt hier meer dan dat het groeit.
En na 10 dagen tussen de moslims in de jungle, constant op mijn hoede en zonder een glimp van een andere reiziger, verlang ik naar de armen van Ben.
———————————–

Bedankt dat jullie mij allemaal zo trouw hebben gevolgd. Ik heb inmiddels wel gegrepen dat mijn weblog daar veel meer mensen is gelezen dan enkel degenen die berichtjes achterlieten. Dat is ontzettend leuk om te horen!!

Veel liefs vanuit den Bosch,

Hera van WillickHera van Willick met fiets in Maleisië

Scroll naar boven