De riem

Wat een hitte! Wat een hitte!
Het lijkt of er een riem om mijn hoofd zit gedraaid. Nog maar weer een paar slokken water. Mijn maag voelt als een veel te hard opgepompte bal. Ik ben misselijk maar overgeven hoef ik niet, naar de wc evenmin. Blegh! Hier is geen lol aan!
Ik trap en trap maar terwijl de riem om mijn hoofd steeds strakker wordt aangetrokken.
In de schaduw van een paar bomen zak ik neer op de drempel van een restaurantje. In de toiletten schep ik handenvol water over mijn hoofd. Dat voelt goed! Buiten in de schaduw wacht ik tot mijn hoofdpijn afneemt voor ik weer afstap.

In mijn oren: herrie. In mijn neus: stank van uitlaatgassen. Voor mijn ogen: duizenden auto’s en een eentonig landschap. In mijn mond: de smaak van uitlaatgassen. In mijn lijf: pijn.

Een kilometer of twintig verder ga ik er weer bij zitten, ditmaal op de stoeprand van het tankstation Pemex aan een groot kruispunt van wegen. Mijn lijf doet pijn, de omgeving is saai, er is herrie. Shaun, die me sinds Mazatlan weer vergezeld, wil het me van de zonnige kant laten bekijken. Maar ik kan juist geen zon meer zien! Mag alsjeblieft het licht uit?

pic: Shaun McCance

Als we weer verder fietsen dringt het tot me door; dit is waar het plezier ophoudt. Wanneer al mijn vijf zintuigen alleen maar bagger binnenkrijgen. In mijn oren: herrie. In mijn neus: stank van uitlaatgassen. Voor mijn ogen: duizenden auto’s en een eentonig landschap. In mijn mond: de smaak van uitlaatgassen. In mijn lijf: pijn.
Ik baal. En ik vind het niet erg dat ik baal. Ik mag balen.
Dit is gewoon stom, ronduit stom.
Maar ik trap, en daar gaat het om. Op naar betere tijden, mooiere plekken, lekkere smaken, stilte of mooie klanken, de geur van natuur, de koelte van de bergen en een windje in de rug.

In de dagen die volgen ontdek ik dat mijn chronische buikpijn veroorzaakt wordt door het vele water dat ik drink. Het is ook niet gauw goed. De bergen in trappend wordt de hitte minder overweldigend en de riem rond mijn hoofd raakt los.

 

 

Na een week kom ik aan in Guadalajara. De grootste stad in Mexico na Mexico city. We zijn te gast bij een Amerikaans gezin. Dave is directeur van de American School Foundation of Guadalajara. Een privéschool waar wordt lesgegeven in het Engels aan (vooral) Mexicaanse kinderen uit welgestelde families. Op zijn verzoek bezoeken we de school en vertellen voor twee highschool klassen over onze reizen. Er wordt aandachtig geluisterd en volop doorgevraagd. De school heeft grote sportfaciliteiten, inclusief een zwembad. In de klaslokalen zit ieder kind achter zijn eigen MacBook (Apple).

Het verschil met de kinderen die ik de volgende dag bedelend aantref in het centrum van Guadalajara is schrijnend. Een meisje van een jaar of zeven loopt met een stickervel met gele hartjes in haar hand. Ze wil me een sticker opplakken in ruil voor een paar peso. Ik zeg nee. Ik weet nooit wat ik aan moet met bedelende kinderen. Voor kinderen hoort gezorgd te worden, maar ik vraag me af of het verdiende geld ze echt ten goede komt of dat het door de ouders besteed word aan drank en een grote buit slechts een extra motivatie is hun kind uit bedelen te sturen. Ook het aantal ouderen dat in een karretje of op krukken steunend of weggedoken onder een deken op straat loopt of zit choqueert me. En dan met name hoe slecht ze er aan toe zijn.
‘Opa’s’ die op hun laatste kracht lolly’s omhoog houden die ze verkopen voor een paar cent. ‘Oma’s’ die in elkaar gekropen tegen een muur zitten met een plastic bekertje voor zich. Ik zie een man actief door de vuilnisbakken zoeken en ren achter hem aan met een stokbrood. Als ik hem op zijn schouder tik en hem het brood geef kijkt hij me met grote ogen aan. Ik heb altijd moeite gehad met het aanschouwen van oneerlijke verdeling en lijden, maar hier in Mexico merk ik dat het me nog eens extra hard aangrijpt, alsof er een riem wordt aangesnoerd rond mijn borst.

Gisteren zag ik een man lopen, door de drukte van toeristisch Guanajuato op zondag. Hij was vies en stonk en met beide handen hield hij min of meer tevergeefs een vuile kapotte spijkerbroek omhoog, de rits en knoop kapot en geen onderbroek aan het lijf.
Geef die man een riem, een stuk touw desnoods.
Het is ongelijk verdeeld in Mexico, al lijken de meeste mensen op hun manier aardig rond te kunnen komen. Maar de zorg voor ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen blijkt verschrikkelijk slecht, zo niet afwezig.
Gelukkig zie ik geregeld iemand wat kleingeld in een bekertje, pet of hand leggen. Ook ikzelf voel me meer dan ooit eerder geroepen om mijn bijdrage te leveren. Hier is geen vangnet of alternatief voor hen, de regering is een corrupte bende die slechts goed voor zichzelf zorgt. De Mexicanen zijn aan zichzelf, elkaar en hun god overgeleverd.

Het fietsen hier is nog niet zo mooi als ik me had voorgesteld. De wegen zijn druk en de omgeving eentonig. Al komt daar hopelijk en zeer waarschijnlijk spoedig verandering in. Vanaf Guanajuato fiets ik door richting oosten, over kleinere wegen, de bergen en een natuurreservaat in.

Mexico is luid, zowel op de weg als in de steden. In de deuropening van winkels staan enorme boxen waar knalhard de muziek uit schalt met nu en dan een reclameslogan er tussendoor. Rust is er echter te vinden in de hele vele kerken, waar op het moment de voorbereidingen voor Pasen plaatsvinden.

De mooiste momenten van de dagen op de fiets zijn de bezoeken aan de dorpen en stadjes langs de route. Werkelijk iedere plaats heeft een sfeervol centrum met een kerk (of vier) en een centraal plein waar altijd wel leven is. Kraampjes met churos, ijs, taco’s of fruitdranken. Ik kijk graag naar de oudere mannen in de dorpjes die met cowboyhoeden die een spelletje schaak spelen of gewoon op een bankje zitten te niksen.

De markten zijn een goede plaats om groente, fruit, kaas en brood te vinden voor lunch en in de lange lichte avonden trakteer ik mezelf geregeld op wat ‘streetfood’ bij een van de kraampjes. De stinkende vrachtwagens met op elkaar geperste varkens sterken me wel weer in mijn overtuiging om het vlees zoveel mogelijk links te laten liggen en vegetarisch te eten, wat nog best aardig gaat hier in Mexico.

pic: Shaun McCance

pic: Shaun McCance

Mijn leukste nieuws hobbelt sinds een week mee achterop mijn fiets. Al sinds de Verenigde Staten had ik in gedachten om in Mexico een gitaar aan te schaffen. Het leek me er de juiste plek voor. Rondzoekend in muziekwinkels en markten vond ik grote gitaren en kleine prullen voor toeristen. In Guadalajara stuitte ik op een echte guitalele, van Yamaha. Geen originele Mexicaanse gitaar, maar wel precies wat ik zocht qua afmetingen en prijs. Hij weegt weinig en zit nu in mijn donsjas en fleecelegging gewikkeld in een hoes die ik achterop mijn bagage bind. Ik speelde nog geen gitaar, maar in de afgelopen week heb ik genoeg akkoorden geleerd om al aardig wat liedjes te kunnen begeleiden.

pic: Shaun McCance
pic: Shaun McCance

De extreem slechte keienwegen die altijd al mijn rug tergden zal ik voorlopig links moeten laten liggen. Maar misschien is dat ook wel meer een zegening dan een straf..

Vanuit het kleurrijke Guanajuato ga ik weer alleen verder. Oostelijk, richting de Sierra Gorda en dan via de Pyramid del Sol naar Mexico stad!

Scroll naar boven