“Alaska’s suicide prevention and someone-to-talk to line”
Dat is de ondertitel van ‘Careline Alaska’ waarmee ze niet alleen mensen in het diepst van een crisis willen bereiken maar ook zij die het ‘even niet meer weten’ of gewoon een rotdag hebben. Een lage drempel creëren om een eventueel opkomende crisis in de kiem te smoeren. Careline is de suïcide preventie organisatie van Alaska die deel uitmaakt van het ‘National Suicide Prevention Lifeline Network’, Amerika’s overkoepelende nationale organisatie.
In Fairbanks, in het hart van Alaska, ontmoette ik Susanna Marchuk, directrice van Careline Alaska.
Maar eerst een herintroductie.
Wie ben ik en wat heb ik te zoeken bij Careline Alaska?
Omdat dit mijn eerst artikel ‘onderweg’ is, lijkt het me goed om daar nog even een lichtje op te schijnen.
Ik ben Hera van Willick, geboren en getogen in het zuiden van Nederland, Tilburg. Na verschillende fietstochten door Europa en Azië, zit ik nu voor onbepaalde tijd op de fiets. De wereld rond òf tot ik iets anders liever doe..
Zowel op 24 als op 28 jarige leeftijd verloor ik een dierbare aan zelfmoord. Mijn oom Will en mijn goede vriend Fokke.
Een combinatie van; begrip en onbegrip, verdriet en boosheid, interesse in de psyche en de inkijk die Fokke mij actief bood in zijn worstelingen met het leven, zijn ziekte, de zorgverlening en zijn doodswens brachten mij er toe een aandeel te willen leveren in zelfmoord preventie.
Mij werd duidelijk hoeveel werk er nog te verzetten is voordat niemand meer op deze gruwelijke manier meer hoeft te overlijden. Enorm veel werk, maar binnen onze macht.
Hulp bieden, zorgen of betekenisvol werk leveren gaat het beste vanuit een positie waarin je je zelf sterk en goed voelt. Voor mij is dat op de fiets in de verste uithoeken van de wereld.
Mijn vorm om vanuit die positie toch een steentje bij te dragen? Kennis vergaren, delen en zelfmoord bespreekbaar maken, overal!
Zo, dan gaan we nu terug naar Alaska!
Wat wist ik over ‘zelfmoord in Alaska’ voor ik hier kwam? Alleen dat het percentage zelfmoorden verhoudingsgewijs hoog is. C’est ca.
Benieuwd wat de gemiddelde Alaskaan (Alaskaër? Alaski?) me over het onderwerp kon vertellen deed ik navraag bij mensen die ik hier ontmoette.
Wat ik van hen leerde (al dan niet waar, dat volgt verderop) was dat het vooral veel voorkomt onder de oorspronkelijk bevolking, die in kleine gemeenschappen wonen ver van de nieuwe, westerse, bevolking en vaak niet verbonden via het wegennet.
Waarom het binnen die groep zo’n groot probleem is kon niemand me precies vertellen. Wel werd het gerefereerd aan de daarbinnen eveneens grote problemen met alcohol- en drugsgebruik, seksueel misbruik en mishandeling.
De meeste mensen die ik sprak waren (aangenaam) verrast door mijn project en veelal onbekend met (de organisaties werkzaam in) suïcide preventie.
Niemand van hen heeft uit eigen initiatief een persoonlijk verhaal rondom zelfmoord ter sprake gebracht.
Ik betrapte mijzelf er in deze nieuwe en nog onbekende omgeving en maatschappij op ook terughoudend te zijn met het vragen naar persoonlijke ervaringen. Een interessante ontdekking.
Al googelend kwam ik bij verschillende organisaties uit die plaatselijk ondersteuning bieden aan ‘suicide survivors’. Hier worden daarmee de nabije familieleden en vrienden bedoeld die iemand hebben verloren aan zelfmoord. Praatgroepen hiervoor zijn vrij gemakkelijk te vinden, vaak met een religieuze achtergrond.
In Wasilla sprak ik met één van de organisatoren hiervan.
Iets wat me zeer verbaasde in haar verhaal waren de ‘Alaska Police & Fire Chaplains’. Kapelaans die getraind zijn om steun te bieden bij traumatische gebeurtenissen. Zij bieden ook praatgroepen voor nabestaanden, training in zelfmoord preventie en steun ter plaatse voor mensen in crisis of in het geval van een zelfmoord. Deze hulp is er voor iedereen, ongeacht religie of ras, maar heeft wel een Christelijk uitgangspunt.
Om mijn vergaarde informatie te checken en te horen over hun werk bezocht ik ten slotte in Fairbanks ‘Careline Alaska’.
Susanna Marchuk, directrice van deze organisatie, leidde me rond in hun werkplek. Twee kantoren, twee belkamers en een algemene ruimte. Erg groot is het niet. Er zijn twee telefoonlijnen die beantwoord worden door vaste krachten met uiteenlopende achtergronden die hiervoor een speciale training hebben gehad. 24/7 het hele jaar rond zijn zij bereikbaar.
Susanna onderstreept inderdaad de omvang van het probleem. Alaska heeft één van de hoogste suïcide percentages van de Verenigde Staten. Het aantal zelfmoorden onder de oorspronkelijke bevolking is 3 maal zo hoog als onder de niet-oorspronkelijke bevolking en 5 maal zo hoog als het nationale gemiddelde. Ook zij kon mij over het ‘waarom’ hiervan geen uitsluitsel geven. Wel dat zij de andere problematiek binnen die groep niet als aanleiding zien, maar eerder als andere uitingsvormen van de intrinsieke problematiek van deze mensen. Het zou gewijd kunnen worden aan een opeenstapeling van onverwerkte trauma’s door generaties heen die is begonnen met het veroveren van Alaska door de blanken. Een bijkomende factor zou ‘schaamte’ kunnen zijn. De taboes die er heersen binnen deze kleine gemeenschappen, waarbinnen het moeilijk is een vertrouwenspersoon te vinden die geen (in)directe familie is of deel uitmaakt van jouw dagelijkse leefomgeving en die van je vrienden en familie. Een laatste grote factor is het gebrek aan zorg. Er is weinig of geen kennis, voorlichting of hulp aanwezig op het gebied van psychische gezondheidszorg.
Kleine organisaties en initiatieven proberen hier verandering in te brengen en brengen ook de ‘Careline Alaska’ onder de aandacht.
De grootste risicogroep zijn jongeren tussen de 11 en 24 jaar. Recentelijk heeft Careline ook een ‘textline’ opgezet, waarbij (gratis) per sms contact kan worden gelegd met de hulpverleners van Careline. Dit nieuwe initiatief blijkt toegankelijker voor jongeren.
Een grote uitdaging voor ‘Careline Alaska’ is het verwerven van bekendheid binnen de gehele staat. Alaska heeft een enorme oppervlakte, verschillende nieuwsomroepen en kranten per gemeenschap en een aanzienlijk deel van de bevolking is niet aangesloten op het wegennetwerk en afgesloten van telefoonbereik. Dit maakt de zorg van Careline Alaska ook anders dan van andere Lifeline Network centers in de V.S. Een beller uit Alaska wordt automatisch doorgeschakeld naar het kantoor in Fairbanks. Degene die daar aan de lijn zit weet beter dan iemand uit Florida of Idaho welke omstandigheden een rol zouden kunnen spelen binnen de problematiek van de beller. Het is voorgekomen dat een medewerker de gehele nacht aan de lijn bleef met een beller uit een afgelegen gemeenschap, wachtend tot de zon opkwam en de mogelijkheid bood om een helikopter uit te zenden naar de beller in crisis. Andere keren werd er in overleg voor gezorgd dat de persoon in kwestie gezelschap werd gehouden door een familielid of ieder half uur werd teruggebeld om te situatie te checken tot de situatie verbeterde of het arriveren van fysieke hulp van buitenaf.
Één ding waar geen twijfel over bestaat dat een aandeel heeft in het hoge percentage zelfmoorden is de aanwezigheid van vuurwapens. In een groot deel van de huizen in Alaska en bij uitstek binnen de oorspronkelijke bevolking, die vaak leven van de jacht, zijn die aanwezig. De vanzelfsprekendheid en toegankelijk hiervan verhoogt het risico op (impulsieve) zelfmoorden aanzienlijk.
Ondanks de inzet van Careline Alaska is het aantal zelfmoorden in Alaska nog altijd groeiende. Gelukkig geld dat ook de hulpverlening en de aandacht die naar het probleem uitgaat, wat hopelijk in de toekomst zal zorgen voor minder zelfmoorden, met als ultieme doelstelling een ‘zero suicide rate’.
De weg hier naartoe is nog lang en behoeft de inzet van veel verschillende mensen om te kunnen reiken tot in iedere uithoek van deze uitgestrekte staat met zijn wijds verspreide bevolking.
Mijn tijd in Alaska zit er bijna op. Na ruim twee maanden in deze bijzondere staat, met een unieke wildernis en kleurrijke bevolking, fiets ik door naar Canada. Ook hier zal ik me verdiepen in hoe het onderwerp zelfmoord leeft binnen de maatschappij en de feiten checken bij een officiële organisatie.
Maar eerst mag ik mijn tanden zetten in de weg er naartoe, met op het programma voor de komende dagen; de ‘Top of the World highway’. Klinkt als een mooie route om een nieuw land over binnen te fietsen.
Tot in het volgende verslag!
Een hartelijke groet,
Hera