Ik ben het!
Toen ik uit de douche kwam en in de spiegel keek zag ik het, zoals elke keer wanneer ik na een zware, extreme, doucheloze, meerdaagse rit in de spiegel kijk; Hera!
Het verbaasd me te zien dat ik niets veranderd ben en tegelijkertijd lijk ik wel nieuw.
Tijdens zo’n intensieve tocht ga ik op in het moment, ben ik zo puur en alleen bezig met dat wat ik doe, waar ik ben, wat ik voel en wat ik zie, dat ik mezelf vergeet. Na een douche, terwijl ik voor de spiegel een borstel door mijn haren haal, vind ik mezelf dan weer terug.
‘Hej, ik ben het! Hera.’ en ‘Wauw, ik was het al die tijd!’.
Zo stond ik gisteren hier in Fairbanks voor de spiegel na een korte grondige douche (het water wordt tweewekelijks geleverd in een tank) waarbij het zeepsop grauw van mijn benen droop. Ik was precies dezelfde als altijd, maar nu was ik naar de Arctische oceaan gefietst!
De Dalton highway was een weg die hoog op mijn ‘to-fiets’ lijst stond toen ik mijn reis naar Alaska plande. Het is een extreme weg. 800km klimmen en dalen over slecht wegdek in een gebied waar het weer onberekenbaar is, telefoonbereik, diensten, winkels en bewoning afwezig, maar waar wel beren en andere wilde dieren zijn. Al met al klonk het als een groot avontuur en ook enigszins beangstigend.
En waarom wilde ik daar zo graag fietsen? Vooral omdat het extreem is, fietsen boven de poolcirkel, de meest noordelijke weg van de USA.
Toen de mogelijkheden vaag en schaars leken (dure vluchten, moeilijk te liften, eten vooruitsturen) gaf ik dit ‘plan’ vrij gemakkelijk op. Mijn motivatie om hem te fietsen stelde toch ook maar weinig voor, bedacht ik me. ‘Omdat het kan’ vind ik zelf altijd een weinig inspirerend motief.
Hoe het komt dat ik gisteren dan toch het stof van 800km Dalton highway van mijn benen in het doucheputje spoelde vertel ik jullie zo dadelijk.
Eerst even terug naar Denali National Park.
Ik was daar onderweg met Joost die helaas al na enkele fietsdagen last van een knie kreeg en al gauw werd duidelijk dat fietsen er voorlopig niet meer in zat. Hij ging met de bus Denali in, ik op mijn fiets.
In de ochtend was het helder en was de imposante berg ‘Denali’ zichtbaar. In de middag stapte ik samen met Joost op een bus en zagen we volop wildlife. Grizzly beren, elanden, rendieren. Een grizzly met twee jongen kwam tot op enkele meters afstand van onze bus en ik prees mezelf voor even gelukkig dat ik in dat koekblik met raampjes zat.
Ik maakte twee lange dagen alleen op de fiets. Op de eerste dag, in de stromende regen, passeerde ik Healy, voor sommigen bekend uit het (op waarheid gebaseerde) boek en de film ‘Into the Wild’. Vanuit Healy volgde Chris McCandless, in zijn zoektocht naar puurheid en avontuur, de Stampede trail, waarna hij een rivier overstak en bij de ‘Magic Bus’ uitkwam. 118 dagen later zou hij in deze bus sterven als gevolg van het verhongering en het eten van giftige aardappelzaden.
Toen ik in 2010 voor het eerst het boek las, maakte het grote indruk op me. De zoektocht, levenslust, verwarring, passie, intelligentie en karakter van Chris McCandless intrigeerden me. Tegelijkertijd beangstigde het mij dat ik zoveel van mijzelf herkende in deze jongeman, die een pad had gekozen zo extreem dat het zijn einde zou worden. Zijn verhaal, de beelden en sfeer die uit zowel boek als film sprak waren voor mij een aanleiding om Alaska als beginpunt van mijn reis te kiezen.
Ik heb niet de originele ‘Magic Bus’ bezocht, ondanks dat hij nog op dezelfde plek staat. Sinds Chris’ verhaal wereldwijd bekendheid kreeg, hebben veel mensen de bus bezocht of een poging daartoe gedaan. De rivier die Chris de weg versperde om in de zomer de wildernis te verlaten, heeft verschillende ‘bedevaartgangers’ het leven gekost of op de eerste hulp doen belanden.
In Healy staat, in een hoekje van een terras, de replica die gemaakt werd voor de film.
Daar, fietsende over de weg waarop McCandless zijn laatste uren onder de mensen doorbracht, raakte zijn verhaal me weer diep. De locals noemen hem vaak een ‘idioot’ en geven fel af op hoe hij door sommigen als idool gezien wordt. Voor mij is hij geen van beide, geen idioot en geen idool, maar vooral een inspiratie tot het volgen van mij hart (maar dan met een duchtiger voorbereiding en een SPOT gps met S.O.S functie).
In Fairbanks trof ik Joost weer en moesten we knopen doorhakken. Hoe nu verder?
Fietsen zat er niet meer in en daarnaast was het tussen ons niet zo sprankelend en mooi verlopen als we hadden gehoopt. Voor hem was deze samenloop van tegenvallers zo’n teleurstelling dat hij besloot vervroegd terug naar Nederland te reizen. Dat besluit kwam hard aan en nadat hij in de ochtend vertrok was ik flink uit mijn doen. Ineens leek de wereld weer ontzettend groot, Nederland heel erg ver weg en ik klein en alleen.
Ik besloot een 4 daagse fietstocht te maken richting Manley hotsprings om daarna weer terug te komen bij mijn fijne logeeradres in Fairbanks. Een ritje om weer tot mezelf te komen.
Enkel de eerste dag zou ik samen fietsen met de Duitse Holger die we in Denali ontmoet hadden. Hij ging de Dalton highway op richting Deadhorse. Even lonkte de mogelijkheid om hem te vergezellen me, maar op dat moment was dat een te grote onderneming om zo snel over te kunnen beslissen.
Toen we de volgende dag de stad uit fietsten en het drukke verkeer inruilden voor een stille weg door de wildernis gleed de eerste laag zorgen van me af. Gedurende de dag kwam er zachtjes een stemmetje in me op: ‘waarom fiets je niet tóch naar Deadhorse?! Nu heb je de kans!’. Ik had maar eten bij me voor een dag of vier en mijn warmste kleren in Fairbanks gelaten. Maar toen ik het met Holger besprak ontstond er al gauw een plan om alsnog aan een toereikende voedselvoorraad te komen. Na op het laatste streepje telefoonbereik Holgers’ host gevraagd te hebben ons wat eten na te leveren stond mijn besluit vast. Ik ging de Dalton highway fietsen!
De Dalton highgway, door de lokale bevolking de ‘Haulroad’ genoemd en in de rest van de wereld bekend van het programma ‘Ice Road Truckers’, verbind de olievelden van Prudhoe Bay met de rest van Alaska. De pijpleiding waardoor de olie stroomt loopt gedeelten direct langs de weg op en is altijd wel ergens in zicht. Aan de hele weg is slechts één dorpje verbonden (5km van de weg) genaamd Wiseman waar pak’m beet 14 mensen wonen (telling van 2010).
De weg was 100 maal mooier dan ik had verwacht. Zoals ik al schreef behelste mijn motief om hem te fietsen niet veel verder meer dan ‘extreem’. Nu ik er eenmaal was kon ik daar ‘geweldig mooi’, ‘intens genieten’ en ‘avontuur’ aan toevoegen!
Dacht ik op de Denali highway al dat ik ‘het’ Alaska van mijn dromen gevonden had, werd die ervaring hier nog eens verdubbeld.
Dit, ja DIT, was het Alaska waar ik van had gedroomd. ‘Aláska Alaska’ zoals in Into the Wild wordt gezegd.
Het wegdek varieerde tussen asfalt, zand, gravel en modder, dat alles dan wel met of zonder gaten en hobbels. Maar al met al viel de kwaliteit me mee. Het frustrerendst waren de delen die met een zoutwatermix tegen het stoffen waren bespoten. Wanneer het net geregend had veranderd de toplaag in een plakkerige drab waarin je banden blijven kleven en die een eenvoudige klim loodzwaar maakt.
We maakten lange dagen. 8:00 opstaan, 10:00 op de fiets tot een uur of 20:00, eten, slapen en weer rond 8:00 op. Toen we na vier dagen in Coldfoot aankwam waren we behoorlijk vermoeid. Coldfootcamp ligt ongeveer halverwege en is een populaire stop voor truckers en toeristen. Het is niet meer dan een restaurant en ‘hotel’ (barakken met kleine kamers waar krap twee bedjes in passen waarvoor je $219 betaald). We mochten gratis kamperen, maar een douche kostte $14! Na een praatje met een van de truckers en een klaagzang over deze abnormaal hoge prijs, nodigde hij ons uit om van zijn douche gebruik te maken. Wat een genot! Iedere avond waste ik me zo goed en kwaad als ging met rivierwater maar dat weegt niet op tegen een heerlijk warme douche.
We besloten een dag te blijven en propten onszelf en onze stuurtassen vol bij het ontbijtbuffet. Op de avond verzamelde ik moed en vroeg één van de medewerkers wat er eigenlijk gebeurde met de restjes van het dinerbuffet. Hij biechtte aan me op dat er geen ‘systeem’ voor was en dat het dus allemaal werd weggegooid. Bergen eten! Konden ze daar dan niet beter hongerige fietsers mee voeden?? Eventueel in ruil voor wat schoonmaakwerk. Hij fluisterde me toe dat we om 21:00 maar terug moesten komen en dan gratis en voor niks van het (nog overvolle!) buffet gebruik mochten maken.
De volgende dag fietsten we tot aan de voet van de Atigun pass (met 1444m de hoogste pass van Alaska). Bovenaan troffen we tot mijn verbazing een stoplicht en een Dixie toilet! Aan de andere kant van de pass waren wegwerkzaamheden en het verkeer werd geregeld door een ‘flagger’. Hij moest de nodige navraag doen om te achterhalen of we daarboven tot het eind van de werkdag moesten wachten of achterop een pilot-car konden meerijden óf heel misschien zelf mochten afdalen. We boften enorm dat er die dag geen groot materieel aanwezig was en we dus zelf onze welverdiende afdaling mochten inzetten. Al wachtende op deze uitslag maakte de flagger instant noodles en koffie voor ons en warmde ik me aan de uitlaat van de generator.
Hij vertelde ons over een kampement van andere werkers een km of 40 verderop waar hij soms aanschoof voor een goede maaltijd..
Ons ‘doel’ voor de dag lag eigenlijk nog een stuk verderop, maar ik had mijn dag niet. Mijn benen voelden aan als pudding terwijl we ons een weg tegen de wind in vochten in wat een afdaling had moeten zijn. Mijn rug, hobbelend en bonkend over de slechte weg, protesteerde meer met iedere meter. We besloten af te slaan naar het kampement en een gokje te wagen. Met de grootste glimlach die ik nog op kon brengen vroeg ik aan één van de werklui of ze misschien nog twee plekken vrije hadden aan tafel die avond. Het werd gecheckt bij de baas en even later zaten we tussen de werklui in de kantine aan een heerlijke voedzame maaltijd met taart na. Alle mannen daar kenden ons al, omdat ze ons die dag meermaals waren gepasseerd en elkaar via de walkietalkies hadden geïnformeerd over onze aanwezigheid tussen de graafmachines en trucks. We kletsten met de werkers uit Tenessee (voor zover we het Engels konden ontwaren uit hun enorm sterke zuidelijke accent) die hier voor de gehele zomer en herfst gestationeerd waren en werken tot bij temperaturen van -30C. Voor hen geen vorstverlet. Uiteindelijk mochten we nog van hun douches gebruik maken om daarna schoon en doorvoed onze tenten op te zetten achter het kampement.
We waren nu zowel de poolcirkel als de Brooksrange gepasseerd en er lag niets meer tussen ons en de ijsbergen van de arctische oceaan en dat was te voelen aan de temperatuur. Overdag werd het niet warmer dan een graad of 5, niet eens onaangenaam als je op de fiets zit te zwoegen.
Na de pas fietsten we nog twee lange dagen om uiteindelijk uit te komen bij het begin van de ruim 55km wegwerkzaamheden die we per pilot-car zouden moeten overbruggen om bij Deadhorse uit te komen.
Affietsend op de flagger die het einde van onze fietstocht noordwaards markeerde voelde ik me als een strijder thuiskomend van een overwinning op het slagveld. Ik had het gehaald. Het (op dat moment) meest noordelijke per fiets bereikbare punt van Amerika!
(Op de website vind je hier een video)
De pilot-car bracht ons naar Deadhorse. Niemand woont in Deadhorse, maar er zijn daar altijd ruim duizend man aanwezig die werken in de olievelden. Er zijn geen huizen. Alles is opgebouwd uit metalen containers en barakken op een opgeworpen gravel verhoging. Alles wat geen weg, parkeerplaats of gebouw is is ‘wetland’, een drassige bedoening met struikjes en grassen.
Hoe we hier de nacht zouden doorbrengen was voor ons nog de vraag. Een minikamertje met twee bedden kost op zijn allerminst $250. Een tent opzetten was geen optie vanwege het ‘wetland’ en de nacht buiten doorbrengen was weinig aanlokkelijk gezien de kou en de aanwezigheid van beren.
Deadhorse maakte indruk op me vanwege zijn onwerkelijkheid. Een reden om er te verblijven, los van onze vermoeidheid, hadden we niet. We besloten dat de beste manier om de nacht door te brengen zou zijn in een auto of truck onderweg naar Fairbanks. Na een klein rondje Deadhorse fietsten we terug naar het andere uiteinde van de wegwerkzaamheden waar één truck en twee auto’s wachtten op hun beurt. Ik vroeg de trucker waar hij heen ging; Fairbanks! En of hij twee fietsers mee wilde nemen; Ja hoor! We bonden onze fietsen achter op de (nog ongeladen) truck en verschansten ons in de cabine voor het begin van wat een lange vermoeiende rit zou worden.
In 17uur, incl een dutje van de trucker en een lekker band van de trailer die hij in Coldfoot oppikte, reden we de hele Dalton highway af tot Fairbanks. Tussen 21:00 en 16:00 de volgende dag zagen we iedere meter die we gefietst hadden onder de truck verdwijnen en passeerden we al onze kampeer- en lunchplekken. Rivieren en heuvels met namen als ‘Bonanza Creek’, ‘Beaver Slide’ en ‘Rollercoaster’ en de door onszelf genaamde ‘Muddy Creek’ en ‘Frisbee Hill’. De plek waar we wolven op de weg zagen en de poolcirkel waar we nacht drie kampeerden. 9 fietsdagen passeerden in 17 truck-uren.
Vanzelfsprekend heb ik geen minuut de slaap kunnen vatten tijdens deze rit en zo kwam ik doodvermoeid en licht euforisch terug aan in Fairbanks. Toen ik bij de Wallmart stopte voor boodschappen werd ik door twee motorreizigers de hemel in geprezen toen ze hoorden over mijn recente rit en mijn reis in zijn geheel. Ze bleven me maar ‘Dude!’ noemen en me ‘boxen’ en high fives geven elkaar bevestigend hoe ‘awesome!’ het was wat ik deed. Hilarisch en heerlijk tegelijkertijd! Een minifeestje voor de Wallmart voordat ik op de fiets stapte voor de laatste 12km naar mijn logeeradres om daar, na een goede maaltijd en 38 wakkere uren, in een lange diepe slaap te vallen.
Ik ben zo ontzettend blij dat ik deze weg gefietst heb!
Ik heb het Alaska gezien en beleefd waarvoor ik hier naartoe kwam en nu kan ik het met voldoening en een gerust hart achter me laten.
Maandag bezoek ik hier op de valreep de ‘Lifeline Organisation’ voor mijn zelfmoordpreventie missie. Ik kijk ernaar uit om daar alles te horen over hun werk hier in Alaska, dat een relatief hoog percentage zelfmoorden heeft.
Daarna zet ik koers richting Canada!
Tijd voor een nieuw land, dat ik zal binnenfietsen over de Top of the World highway!
Iets in die naam doet mij vermoeden dat er alweer een nieuw avontuur op me wacht.
Ik kan niet wachten!
*
note: foto’s met een * zijn gemaakt door Holger Franz, http://www.kozmopolit.de
Prachtig verhaal, mooi verwoord.
Groetjes, Raimundo
Wauw, diep respect. Voor wat je doet, voor hoe je schrijft en hoe je jezelf bent en kent! Groet Wies (deelnemer Buitenkunst Randmeer)
Goed gedaan,mooi verhaal. Ben benieuwd waar je nu terecht komt en waar je afscheid van Holger neemt.
Heel mooi, blijf schrijven !
Herinneringen komen weer boven na het lezen van jouw verhaal. Ooit wilde ik naar Alaska om een droom te leven: goud zoeken. Het is er niet van gekomen … Groet, Boris (klimhal Tilburg).
hera,een heel geweldigge reis,dit stuk,allaska,spannend, en mooi geschreven,,met veel plezier geschreven,
houd je haaks, en ga zo verder, .
lieve groeten papa
Fantastisch Hera geweldige prestatie wat een rit naar Deadhorse en wat een doorzettings vermogen heb je. Willie Soeting
Waauw Hera, wát een avontuur! Heel fijn dat het je gebracht heeft wat je verwachtte en hoopte. Goeie reis verder. Ik blijf uitkijken naar je volgende verslag. Gr. Tiny Emans
Hoi Hera, mooi beschreven. Het komt me wel veel kaler voor dan Lapland, hoewel ook daar wel stukken zijn die nauwelijks begroeiing kennen. Blijf schrijven, foto’s en video’s maken.
Wauw, geweldig om te lezen! Veel plezier en succes nog.
Ha meisje,
weer thuis van het weidse vlakke prachtig groene Sudwest Fryslan,
waar ik in mijn eentje vele uren rondgefietst en genoten heb,
en vaak aan jou en je lange lange eenzame weg met zn 2 -en heb
gedacht, ben ik blij weer van je te lezen en je weer gezien te hebben,
( en dan begin ik je te missen)
je ziet er goed uit ! ! ! Knuffel van je MamaMia
Sweet, mooi verhaal weer en leuk leesvoer voor me.
Keep on riding, save travels
greetz michel
mooi verhaal ! (maar let op (ver)taalvouwtjes,lol ! potato/tomato……..
Oh mijn hemel…. This is ‘mega-stoer’ and awesome tegelijk wel. Ik ben acuut fan! Je doet het gewoon. Fantastisch. Wat een mooi avontuur. Ik volg veel reizigers, maar jij bent de eerste landgenoot die het echt doet. Prachtig. Ga door. Wie weet neem ik ooit die beslissing ook… Dank voor het delen in ieder geval. Vooral onder de indruk van je visie. Wat een goede woorden en zinnen…. super. Je foreign-tegenhanger zou
Johan Gueorguiev kunnen zijn. Check zijn YT kanaal. Hij is ‘crazy’ van de GDMBR en Deadhorse. Zijn fiets heet ook “Deadhorse”. Ik wens je veel plezier en hoop dat je alles blijft delen met ons. Geweldig Hera. Vraag: Hoe ga je met beren om?
Stoere doorzetter! Dank vor het delen. Op naar Canada!
Ik heb even echt de tijd genomen om dit stuk te lezen. Wat ontzettend mooi! Erg leuk geschreven. Zit ik hier een beetje binnen aan een bureau 😉 Voor mij geen Alaska, maar een rondje Markermeer dit weekend haha. Verschil moet er zijn. Enjoy en ik kijk uit naar je Canadese belevenissen. Edwin