Dor, Regen, Jungle, hitte, wind…
noord-Argentinië!
We laten de indrukwekkende Agua Negra pas achter ons rijden aan het einde van een lange dag het Rodeo binnen. Een langgerekt dorp dat over enkele kilometers naast de hoofdweg ligt uitgestrekt. We zijn bekaf en snakken naar een douche, eten en rust. Op de kaart staan wel vijf campings. We rijden ze één voor één langs: ‘niet te vinden’, gesloten, gesloten, ‘buiten gebruik’, OPEN. We hebben nog nét genoeg Argentijnse Pesos om de camping te betalen. Om nog wat boodschappen voor het eten te doen zal ik de Chileense Pesos moeten wisselen. Paul is voorbij het eind van zijn Latijn. Ik laat hem achter op de camping en stap op de fiets op zoek naar een plaats om geld te wisselen. Al gauw wordt duidelijk dat die niet bestaat in dit grensdorp (onbegrijpelijk). Daarom fiets ik naar de enige pinautomaat. Ieder bedrag dat ik wil pinnen is ’te hoog’, tenzij ik zo weinig pin dat de kosten voor het pinnen even hoog zijn als het bedrag zelf. ‘Ja, DAHAAG!’ Ik wordt doorverwezen naar de enige supermarkt in het dorp met pinautomaat, deze ligt helemaal aan het andere uiteinde van het dorp, heuvel op. We kwamen er langs toen we twee uur geleden het dorp inreden. Ik laat de moed niet zakken (dat kan ik láng voorhouden) en trap terug naar de supermarkt. Ik verbaas me over de gestegen prijzen! Sinds Milei aan de macht is is alles een flinke slag duurder geworden. Met de onvoordeligste wisselkoers betaal ik met de pinpas en rol terug naar de camping. Paul is nog niet opgeknapt en zijn lontje is kort. De onzekerheid over geld, eten en slaapplaats heeft hem de nodige stress bezorgd. Ook ik verlies mijn rek geloof ik, want voor het eerst (op reis, ooit?) balen we echt even van elkaar! Ik trek me terug in de tent en deel mee dat ik geen eten hoef, juist als Paul tegen zijn zin in aan het koken is begonnen. We houden het 5 minuten vol, boos zijn, daarna zitten we snikkend in elkaars armen. Ik neem het koken over en stuur Paul naar de douches. Hij is echt leeg en ik nog nét niet helemaal. Voor mijn doen kook ik best een aardig maaltje dat net klaar is als Paul terugkomt van een fijne warme douche. We zijn weer oké, en moe, en duiken direct na het eten de tent in. Morgen weer een dag!
De volgende stip op de horizon is La Rioja. Vanaf daar belooft de route mooi en groen te worden. Tot daar weten we eigenlijk niet goed wat te verwachten. We besluiten eerst naar San José de Jáchal te fietsen. Een stad waar we ongetwijfeld onze Chileense Pesos kunnen wisselen zodat we weer overal kunnen betalen. De route leidt een langs prachtige rotspartijen en daarna door een prachtige vallei die wordt ontsierd door een grote waterkrachtcentrale en talloze kabels en leidingen die er doorheen lopen. Ik probeer er langs af te kijken en te genieten van de natuurpracht. Na een ronde langs verschillende accomodaties vinden we een aangenaam plekje waar we besluiten drie nachten te blijven. Even bijkomen! Het is er bloedheet, maar de airco in onze verder simpele kamer doet wonderen. Ook hier blijkt het onmogelijk om geld te wisselen. Het hostel kan echter enkel contant betaald worden. Gelukkig is er een postkantoor dat tot een bepaald bedrag Western Union transacties kan afhandelen. Samen met onze fietsmaat van de Agua Negra (Ryan) die in hetzelfde schuitje zit beproeven we dus ons geluk bij het postkantoor. Na lange formulieren te hebben ingevuld (dat hoefde eerder nooit!?) gaat de bediende aan de slag. Een half uur gaat voorbij… Wat blijkt, het computersysteem weet geen raad met een paspoortnummer dat óók letters heeft. Wonderlijk genoeg kunnen ze de ene letter in Ryan’s Amerikaanse paspoort vervangen door een 0 en krijgt hij zijn bestelde Pesos. Voor mijn paspoortnummer gaat dit trucje niet op. Gelukkig mogen we wat Pesos van Ryan lenen en de volgende dag (één transactie per dag) haalt hij voor ons het maximaal toegestane aantal Pesos op die ik naar hem heb overgemaakt. Zo gaan Paul en ik gelukkig niet met geheel lege portemonnee op pad naar het 300km verderop gelegen Rioja. Zonder de hulp van Ryan hadden we écht een probleem gehad.
Tijdens onze laatste nacht in San José de Jáchal regent het flink in de omgeving. Bij ons vallen slechts enkele druppels maar we horen de donder en zien de bliksem in de verte. Tijdens onze rit de volgende dag zien we er het resultaat van. In plaats van de hoofdweg nemen we een klein weggetje dat door de bergen leidt. Voor de mensen die in die omgeving wonen ís dit echter hun ‘hoofdweg’. Het is een prachtige route die geleidelijk klimt tot een mirador (uitkijkpunt) vanaf waar je uitkijkt over het gebied aan de andere zijde. De weg is echter bezaaid met grote en kleinere rotsblokken. Dit alles moet de afgelopen nacht naar beneden gekomen zijn. Auto’s komen ons stapvoets tegemoet tijdens de klim, zich een weg banend tussen de keien. We besluiten te kamperen op de mirador. Het uitzicht is prachtig! Gelukkig hebben we genoeg water mee naar boven gesleept en we douchen onder onze 4 literzak die we in één van de weinige boompjes hangen. Het is niet warm, het is heet! Snikheet. Ik zet alleen de binnentent in de hoop op een zuchtje wind en een droge nacht. Toch is het ín de tent nog warmer dan er buiten, maar we moeten wel want zodra het begint te schemeren worden de muggen wakker. Ons daaraan blootstellen betekend hier niet alleen een hoop jeuk, maar ook het risico op dengue. We zijn dus éxtra voorzichtig.
Na een korte maar heerlijke afdaling in de ochtend rijden we een schattig dorpje binnen waar we koffie drinken in een klein koffietentje met huiskamersfeer. We hebben vandaag een lange rit over een saaie rechte weg voor ons. Ondanks dat het dorpje tijdelijk (leiding kapot) zonder water zit mogen we gelukkig onze flessen vullen bij de watervoorraad van de school. Over de plaza zie ik meerdere mensen met lege petflessen die kant op lopen en met volle terugkomen. We rijden richting hoofdweg over een onverharde weg en zien dat ook hier de regen flink heeft huisgehouden. We moeten verschillende keren de overblijfselen oversteken van een modderstroom die de weg heeft overspoeld. Al gauw vult de ruimte tussen mijn voorvork, wiel en remmen zich met rode modder en moet ik noodgedwongen afstappen in de blubber. Even later op het hete droge asfalt spat de modder van mijn banden tegen mijn benen, iets waar ik om onverklaarbare reden altijd plezier aan beleef. Dat plezier is echter maar van korte duur, want ons wachten uren van oververhit tegen de wind in trappen door een (bijna) boomloze omgeving. Onze stip op de horizon, een rangerstation in de ‘middle of nowhere’.
Als we daar uren later oververhit en dorstig aankomen blijkt het onbemand en op slot. Een blije hond en een dode dino heten ons echter welkom en we vinden er schaduw en koel water uit een enorme tank. Omstebeurt douchen we weer onder de waterzak, ditmaal met onbeperkt water. In de namiddag arriveren alsnog twee rangers. We mogen hier overnachten en ze openen zelf een kantoorruimte voor ons waar we onze matjes mogen uitrollen. Toch verhuizen we even later alsnog naar buiten. We leggen onze matjes enigszins op de wind, vrij van muggen, en met een natte doek dep ik onafgebroken mijn gezicht en benen. Zelfs na zonsondergang is de hitte hier drukkend en zweten we terwijl we onbedekt stil op onze matjes liggen. Uiteindelijk vallen we toch in slaap en dromen, oververhit, de gekste dromen.
De dagen die volgen vormen vooral een marathon om het dorre kale hete gebied achter ons te laten en La Rioja te bereiken. We stellen ons een aantrekkelijke airBnB in het vooruitzicht als extra motivatie. De dag voor we La Rioja bereiken kamperen we in een bijna verlaten dorpje naast het kerkhof op een doodlopende zandweg. Naast de weg staan overal prikstruikjes en we hebben ons deel lekke banden de laatste tijd wel gehad. Gelukkig heeft het kerkhof een kraantje en ook hier stappen we in ons blootje onder onze geïmproviseerde douche. Het is altijd een beetje rond loeren of er niet net mensen aankomen. Niet zozeer uit gêne maar vooral om anderen niet te shockeren. Meestal bestaat het enige publiek echter uit honden of paarden. En in dit geval hoop ik maar dat de doden er niet te veel aanstoot aan nemen. We bedoelen het niet verkeerd.
Het airBnB dat we lekker vroeg op de dag al betrekken overstijgt onze verwachtingen. Een eigen grote slaapkamer, een eetkeukentje (met koelkast!) en een ruimte badkamer. Het is de bovenverdieping van een huis van een stel wiens kinderen het huis uit zijn. Ze vinden het gezellig om wat leven in huis te hebben in de vorm van gasten. De vrouw des huizes draait zelfs een was voor ons en hangt deze te drogen. Ik hoor het mezelf zeggen als ik tegen mijn moeder aan de telefoon vertel op wat voor luxe plek we zitten: ‘met een groot zacht bed en een wasmachine en een koelkast!!!’. Het zijn voor ons in Nederland de normaalste zaken van de wereld, maar hier voelt het als een geschenk uit de hemel als we koele boter kunnen smeren in plaats van het boterdoosje schoon te vegen van gelekte gesmolten boter en zand en de restjes op de boterham te schenken. Heb ik thuis het liefst geurloos wasmiddel, hier ruikt de artificiële lavendel in mijn kleren héérlijk!
We boeken direct na aankomst twee nachtjes bij en gebruiken deze extra tijd om te genieten van de koelte binnenshuis, éíndelijk een eigen Western Union transfer af te halen, wat warme vacht te verliezen bij de kapper en onze tanden te laten checken bij een tandarts.
Na La Rioja is het nog twee dagen stom doorstoempen voor we af kunnen slaan naar een aantrekkelijker route. Aantrekkelijker in de zin van mooier… Plots wordt het groen om ons heen, jungle-achtig. En, benauwd! De klim valt ons zwaar maar toch is dit heel wat fijner dan langs de hoofdweg op in de droogte. Het creatieve kaartlezen van Paul leidt ons dóór een rivier heen in plaats van over de brug, maar dat deert niet. Met schoenen aan slepen we onze fietsen door de rivier over de keien. Mijn vers gesmeerde zonnebrand weerhoudt me maar Paul gaat even languit met kleren en al aan in de ondiepe snelstromende rivier liggen. Snel trek ik zelf even mijn shirt uit en dompel het in het koude water voor ik het weer aantrek. Wat een verlichting!
De route die we nu fietsen is mooi! Hij leidt langs kleine sfeervolle dorpjes. We laten deze achter ons om nog wat verder van de platgetreden paden te geraken. Daarvoor wacht ons opnieuw een klim. Ondanks dat het einde van de middag nadert beginnen we er nog aan, op zoek naar een geschikt kampeerplekje voor de nacht. Het beste dat we kunnen vinden is een vlak stukje gras naast de buitenbocht van de weg. Niet ideaal, maar een vermoeide fietser kan zich daar niet erg druk om maken. De volgende dag vervolgen we onze klim. De mist hangt in dikke lappen om de berg heen en we zien niets naast en weinig voor of achter ons. Een stukje afdalen en toenemende warmte brengt daar verandering in. In plaats van het afbuigen van de weg te volgen, terug richting hoofdweg, slaan we af op een zandweggetje. Deze zal ons met een afdaling richting een rivier en meer leiden. We fietsen door een ware jungle, overkoepeld door groen en druipend van het zweet. Alleen de aapjes en toekans missen. Bij gebrek daaraan maken we zelf maar wat apengeluiden.
Via een smalle hangbrug (auto’s moeten dóór de rivier) komen we aan bij een heerlijk rustig dorpje, ver weg van de ‘bewoonde wereld’. Er is één wifi voor het hele dorpje waar ook wij even gebruik van maken gezeten aan het enige tafeltje bij een kioskje. We slaan ons kamp op op een (ooit gewezen) kampeerterrein aan de rivier en klauteren over de gladde keien naar het diepere gedeelte. Samen worstelen we ons een weg tegen de stroomversnelling in en genieten daarna van de roetsj terug. ’s Avonds doe ik nog enige boodschapjes bij de enige kiosk (aan huis) in het dorp en sla zo stiekem vast wat lekkers in voor Paul’s verjaardag de volgende dag. Voor we de tent in kruipen duiken we ter verkoeling nog één keer in de rivier. Dit keer lekker in ons nakie, want op enkele paarden, honden, een boel kippen en meneer varken na hebben we het rijk voor ons alleen.
‘Èèèèèèèèèèr…. is er één jarig HOERA HOERA! Lang zal ‘ie leven!Jarige jop gaat nooooooit verloren, trek hem aan zijn oren, trek hem aan zijn oren!’ wek ik Paul de volgende ochtend. Paul wordt vandaag 44. Er zijn liedjes, lekkernijen (mwoah..) en een verjaardagskaart met aapjes(!), van mijn moeder, die al 7 maanden in mijn tas meereist. Ik heb als verrassing een ‘luxe’ hotel geboekt voor vandaag en vannacht. De route van die ochtend blijkt tot onze vreugde ook nog eens heel mooi en daar had ik best langer over willen doen, ware het niet dat we om 12:00 kunnen inchecken in ons hotel mét ZWEMBAD! We vallen wat uit de toon in onze nat gezwete fietskleding in de sjieke lobby van het koloniale hotel. Juist dat maakt het extra leuk. Even later liggen we in het zwembad! We vermaken ons als een stelletje kinderen in het lauwe water. Alles beter dan die verzengende hitte. ’s Avonds op de koele kamer kijken we een aflevering van ‘Wie is de mol?’. En tegen beter weten in stellen we ons vertrek (terug de hitte in) de volgende ochtend zo lang mogelijk uit. Uiteindelijk zullen we er toch aan moeten geloven…
Ons wacht een lange klim richting het veel geprezen ‘Tafi del Valle’, erg populair onder lokaal toerisme. De klim erheen leidt ons wederom door een jungle-achtige dichtbegroeide omgeving. Mooi, maar ook wel eentonig zo zonder uitzicht. Twee dagen later komen we aan bij onze WarmShower in Tafi. Onze gastvrouwen wonen fijn buiten het stadje in een zelfgebouwd huis met prachtig uitzicht. We nemen hier een rustdag. Althans, dat was de bedoeling. Uiteindelijk zijn zowel Paul als ik de hele dag in de weer. Ik maak onze fietsen schoon terwijl Paul banden plakt. Ik was onze kleren en ook onze binnentent die vol zit met muggen- en vliegenlijkjes, etensvlekken en gesmolten chocolade. Die knapt er écht van op!
Mijn benen jeuken als een malle! Toen ik de dag daarvoor ’s ochtends de tent inpakte had ik al het idee dat ik onafgebroken gebeten werd. Eerst dacht ik dat ik het me inbeelde, ‘gewoon jeuk’.. maar spotte toen toch de piepkleine zwarte beestjes die om mij heen zwermden. Zou het dan echt daarvan komen? Als ik naar mijn kuit en knieholten kijk schrik ik me een hoedje. Ik zit hélémaal vol met rode stipjes. De jeuk die nacht in bed maakt me dol. Een paar dagen doorbijten houd ik mezelf voor, dan is het over.
Als we uit Tafi del Valle vertrekken eten we op aanraden van onze gastvrouw in het dorp nog een ‘Bomba de papa’ (een soort grote aardappelkroket gevuld met héél veel kaas) en een paar groente-empanadas, een vette hap voor op de ochtend. Als we onze weg, en nog altijd klim, vervolgen voel ik al gauw dat het me te zwaar op de maag ligt. Ik heb buikpijn en ben misselijk. Als de misselijkheid naar mijn keel stijgt grijp ik die kans aan. Terwijl Paul mijn fiets vasthoudt gooi ik de Bomba de papa eruit in de berm. Zo, dát lucht op! Ik voel me direct een stukje beter en probleemloos voltooien we de prachtige klim (inmiddels uit de jungle) naar de pas.
Na deze pas wacht ons een lange afdaling. Na een nachtje kamperen maken we een omweggetje via een museum. Naast de bomba de papa ook een aanrader van de WarmShowers gastvrouw. Maar deze durf ik nog wel aan. We bezoeken de ruïnes van wat ooit de nederzetting van de inheemse Quilmes-stam was. Een stam die omstreeks die 15e eeuw hier leefde en uit zo’n 10.000 mensen bestond. Zij hielden zich staande tegen de vele invasies van de inca’s in die tijd en wisten zich 130 jaar lang te verzetten tegen de Spanjaarden, tot ze in 1667 verslagen werden. De 2000 overlevenden werden door de Spanjaarden gedwongen om te voet een 1500km lange tocht naar een reservaat bij Buenos Aires te te maken. Slechts de helft van hen overleefde die tocht en werd vervolgens tot slaaf gemaakt. De nazaten van deze stam zijn uiteindelijk teruggetrokken naar de ruïnes van hun oude stad en hebben daar naast een nieuw dorp gebouwd. Middels rondleidingen door de ruïnes en het museum willen ze vertellen over hun geschiedenis en het tradities in ere houden. Eens te meer ben ik onder de indruk van de schade die witte mannen uit Europa in dit gebied hebben aangericht.
Aan het einde van de dag fietsen we Cafayate binnen, wat tot onze verbazing een zéér toeristisch stadje blijkt. Wij hoeven hier gelukkig niet op zoek naar accommodatie want we mogen hier wederom genieten van de gastvrijheid van een WarmShowers-lid. Fietsenmaker én topkok Daniël verwelkomd ons in het gastenverblijf achter zijn huis. Het appartement waar hij met zijn vrouw en baby woonde toen zij 14 jaar geleden hun huis aan het bouwen waren. Wat worden we verwend! Niet alleen met dit onderkomen maar ook met twee heerlijke maaltijden van zowel Daniël als zijn vrouw. Bij (hoge) uitzondering eten we hier mee van het gerookte vlees dat Daniël bereidt. Ik ben blij dat het nog op het bot zit, want vlees dat niet meer herkenbaar is als dier vind ik pas écht heel naar. Het varkensvlees gaat me echter toch te ver. Ik vind dat zó’n leuke dieren! Die wil ik gewoon niet opeten, punt uit.
Daniël blijkt er zijn specialiteit van te hebben gemaakt om gewone velgen en banden om te bouwen naar tubeless. Oftewel: de band luchtdicht op de velg te leggen zodat er geen binnenband meer nodig is. Paul overweegt dit al enige tijd. In de buitenband wordt dan een saus gespoten die direct het gaatje in de buitenband vult als je lek rijdt op bijvoorbeeld een doorn. Ik ben wat meer van de oude stempel en hou vast aan mijn binnenbanden maar laat deze wel vullen met anti-lek vloeistof. Het principe is hetzelfde, alleen behoudt je de binnenband en het gewicht daarvan. Zou dit dan eindelijk ‘geen lekke banden meer’ betekenen?
Op onze laatste dag in Cafayate bezoeken we de ‘Carbras de Cafayate’, oftewel ‘de geiten van Cafayate’. Een geitenboerderij die ook toeristen ontvangt voor een rondleiding en proeverij. Het stikt hier in Cafayate van de wijnproeverijen en ik ben blij eens een Hera-vriendelijk alternatief te vinden! Als we aankomen kunnen we net aansluiten bij de rondleiding. We verstaan veel niet van wat de gids zegt, maar alleen het rondneuzen is al wel leuk. Ik houd van geiten. Ik houd van de geur van geiten en geitenkaas en van hun nieuwsgierige grappige koppies. Paul weet dat het één van mijn gedroomde toekomstplannen is om ergens een geitenboerderijtje te beginnen. Klein maar fijn, met geiten voor de gezelligheid en de kaas. En die dan verkopen. Helaas ruikt het op deze boerderij niet naar geiten…. en ze mekkeren ook niet… hoe kan dat nou? Ik vraag het aan onze gids. Dat ze geen sterke geur hebben schijnt te komen omdat de mannetjes ver genoeg van de vrouwtjes af staan. Als de vrouwtjes dichterbij ze zijn gaan de bokken feromonen aanmaken die die sterke geur afgeven. En mekkeren? Dat doen ze alleen als ze honger hebben. En deze geiten krijgen nou eenmaal volop te eten. Jammer hoor…
Na afloop volgt de proeverij. Paul krijgt er een glaasje wijn bij, ik een glaasje water. Ik vraag naar geitenmelk, maar die hebben ze niet zeggen ze… raar hoor. We krijgen een bord vol met zes soorten kaas en gaan aan een tafeltje onder de bomen zitten. Het is er rustig… zo rustig… Ik heb me in tijden niet zó rustig gevoeld. Ik ben ontspannen! Ik voelde het al een beetje toen we aankwamen en er enkele mensen in (bijna) stilte aan tafeltjes zaten te genieten van hun kaasjes. Ik hoef niets… niets te fietsen, niet te plannen, niet te wassen, niet te appen, niets uit of op te zoeken, niets te repareren. Dit moment is alleen maar bedoeld om geitenkaasjes te proeven en hier te zitten. Ik zou dit úren kunnen volhouden. Terug in onze appartementje bespreek ik het met Paul. Ik kom er niet helemaal uit hoe het zit, maar misschien moet ik eens wat vaker een momentje zoeken waarop ik echt écht niets hoef.
De volgende dag zijn onze rustdagen voorbij. We hebben er wat meer genomen dan gepland omdat de pijn in mijn knie weer opspeelt. Het is 1,5 maand ontzettend goed gegaan, geen centje pijn. Maar nu sinds twee weken begin ik weer last te krijgen. Als we Cafayate uitfietsen boksen we al gauw tegen een snoeiharde tegenwind in. De omgeving is prachtig, maar dit is nu geen goed idee. Ik baal, maar steek even later toch mijn duim op in de hoop een lift te kunnen vinden die ons een stuk vooruit kan helpen, weg uit de harde tegenwind die door de kloof loeit. Drie jongemannen op vakantie nemen ons mee. We boffen dat ze ook nog eens stoppen bij een paar ‘highlights’. Op ons verzoeken zetten ze ons af bij een dorpje dat uit niet meer dan acht huizen bestaat en een tot restaurant omgebouwd stationnetje. Maar wij kunnen daar rustig op een veldje aan de rivier kamperen en de volgende dag een tweede poging doen zelf een stuk te fietsen. Zonder de tegenwind gaat dat gelukkig redelijk. Tegen de avond vinden we een kampeerplekje in de vorm van een doodlopende (want ingestorte) weg aan de rand van een enorm wijde rivierbedding waardoorheen een klein stroompje loopt. Een man doet met behulp van zijn zoon een poging vis te vangen in één van de plassen die over is gebleven na een moment van hoger water, tevergeefs. Jammer, want aan hem en zijn kinderen te zien zouden ze best wat vangst kunnen gebruiken.
De volgende dag fietsen we door naar het lang beloofde Salta. Een stad die bekend staat als mooi, sfeervol en groen. We treffen het met ons geboekte hostel. Het is net geopend en wordt gerund door een jong koppel. Ze bedienen ons op onze wenken tot het ons ongemakkelijk maakt en we maar liever niet zeggen dat het internet wéér is uitgevallen. Dit is echt een relaxte plek en ik probeer me daar ook aan over te geven. Ik ga niet wassen, niet bloggen, niets repareren. Ik geniet van het zeer uitgebreide ontbijtbuffet en neem ons kaartspelletje mee naar de eetzaal om na het ontbijt nog lekker relaxed een paar potjes ‘Claim’ te spelen. Ook dat vraagt ál mijn aandacht en brengt juist lekker dat gevoel even níéts te moeten. Wellicht klinkt het raar.. we zijn toch op reis? Iets wat velen zien als een ‘heel lange vakantie’. Toch ben ik alsmaar bezig. En is het niet praktisch, dan wel mentaal. En is het niet met de dingen hier, dan wel met zaken ’thuis’, binnen de familie, bij vrienden of elders in de wereld (Israël-Gaza, uitbuiting in kobaltmijnen in de Congo, Rusland-Oekraïne).
In het theater aan de plaza kijk ik welke voorstellingen er deze dagen spelen. morgen is er een dansvoorstelling. Ik heb geen idee wat het precies zal zijn maar de kaartjes zijn maar 2000 peso (2 euro). ‘Zomaar’ verf ik ’s middags mijn haar roze en ’s avonds staan we opgedoft (zo goed en kwaad al dat gaat op zo’n fietsreis) in de rij voor het theater. Het loopt storm! Toch kunnen we mooie plaatsen uitzoeken, vrij vooraan. Pas als het begint begrijp ik waar dit om gaat. Het is een stuk dat is speciaal is gemaakt voor het 40 jarig jubileum van het einde van de ‘dirty war’. Dit is de naam die gegeven werd aan de zevenjarige periode van staatsterrorisme door de militaire dictatuur, gekenmerkt door marteling, moorden en verdwijningen van ‘linksen’, zogenaamd noodzakelijk om ‘orde op zaken te stellen’. Om hier meer over te leren kan ik van harte aanbevelen: het boek ‘Luz’ van Elsa Osorio en de film ‘Argentina, 1985’. De dansvoorstelling is prachtig en ontroerend. Ik kan me alleen maar voorstellen hoe bijzonder hij voor alle Argentijnen in deze zaal moet zijn, voor wie dit heel recente geschiedenis is. Als we na de voorstelling buitenkomen is er op de plaza een bijeenkomst/demonstratie gaande omtrent ditzelfde onderwerp. Er worden nog altijd mensen vermist, wiens lot nooit is opgehelderd. De boodschap van het Argentijnse volk in reactie op deze (genoemde) genocide is ‘Nunce mas!’, Nooit meer.
We genieten met volle teugen van ons verblijf in Salta en hopen ondertussen dat de pijn is mijn knie zal verminderen. Stiekem begint Bolivia nu dan eindelijk ook dichtbij te komen. Een nieuw avontuur waar we naar uitkijken en waar ik maar wat graag trap voor trap zelf doorheen fiets. Maar eerst zal er nog geklommen worden richting het altiplano (hoogvlakte) van Bolivia, want die begint al aan de grens. De klim ligt nog in Argentinië. Hoe we die volbrengen en de grens oversteken naar een nieuw avontuur, daarover schrijf ik in de volgende blog.
Hallo oke ik heb heel je .blog gelezen ,spannend zwaar maar we heel intressant ,ik wens jullie nog veel plezier en geluk op je verdere reis 😘🙏
Lieve Hera,
een directie reactie op je veelzijdige , kleurrijke , spannende, boeiende blog,
meisje, ik word al moe van t lezen over jullie inspanningen laat staan er zelf te wandelen of fietsen,
maar kon ik maar een vlieg zijn… dan vloog ik direct naar Zuid – Amerika, naar jullie toe!
Gelukkig was de dino in je verhaal niet meer “‘aangekleed” anders was t wel n dingetje geweest !
en hoera voor de royale gastvrijheid op zijn tijd zodat jullie op verhaal kunnen komen,
en bravo voor Paul die elke dag weer voor smakelijke calorieen zorgt in een lekker maaltje !!!!
Van op afstand op de foto boven op de rots / schildpad herken ik de jonge blije Hera van vroeger,
nog steeds even levenslustig en speels,
en ook in je luisterende houding bij de vrouw in de winkel met aardewerk…..
En ja het boek Luz , (licht) is aanbevelenswaardig om te lezen over dat verschrikkelijke bewind dat in 1985 aan zijn einde kwam. Ik ben heel benieuwd wat jullie ontmoetingen met de Bolivianen zullen gaan zijn …
tot lezens, en gelukkig ook apps en hores af en toe,
heeeeeeeeeeel veel liefs voor jou en Paul van schoon-mamaMia
Allerliefste Hera en (eerder) jarige Paul (en natuurlijk giraf).
Wat ben ik onder de indruk van jullie avonturen én schrijven!
Poehee,
Terwijl ik dit lees, op mijn Nederlandse zachte bed, in de wetenschap mijn eigen luxe koelkast in de keuken te hebben, ben ik helemaal mee op reis geweest.
In de droogte, verzengende hitte, zonder geld, een te vette hap op de maag, tegenwind en ik leer over de pijnlijke jonge geschiedenis.
Dank voor wat jullie delen!
Heerlijk om jullie avontuur mee te mogen beleven!
Jullie hebben niet alleen krachtpatser benen maar ook nog ’n gouden pen.
En ik begrijp donders goed doet dit niet vakantie is maar dat je hartstikke druk bent met het regelen van de basisbehoeftes.
Zaken die in ons geregelde leven gemakkelijk vanzelf gaan maar die je op fietsreis opeens voor uitdagingen en puzzels stellen.
Alleen al het vinden van telkens weer ’n goeie, veilige slaapplek… (Gelukkig was er wel ruimte voor paars haar;-) )
Lieverds,
ik geniet vanuit mijn luie leesplek nog rustig na van jullie reis.
Op naar Boliviaaaaa
Waar hopelijk nét iets vaker lichamelijk en geestelijk even ‘niets’ hoeft en de knietjes zich weer herstellen!
Kanjers jullie!
Liefs,
ook van Aap, Aaf en Hermit.
Prachtig verhaal wederom Hera,
Echt genieten 👌
Jullie veel plezier en sterkte met de knieën…..
En tot in 🇧🇴
Weer een prachtig en eerlijk verhaal. Ik lees het met veel plezier. Dankjewel daarvoor.
Lees elke keer met veel belangstelling je berichten. Je schrijft goed en ook veel! Ik geniet van al jullie avonturen!
Dat je nog zín hebt in schrijven…want vaak is het toch afzien en ben je overal te moe voor.. maar goed, het is natuurlijk ook voor je zelf, voor later!
Ik merk zelf dat ik vaak teruggrijp naar m’n dagboeken want ” later” is voor mij al weer een tijdje aan de gang.
Hebben alleen nooit zulke reizen gemaakt als jullie. Wel fietsreisjes ook maar de meest avontuurlijke was in Thailand en daar vul je geen boeken mee😄
Hoop dat het met je knie wat beter gaat want een goedwerkende knie is op de fiets en te voet onmisbaar.
Een hartelijke groet van een fan
🙋♀️
Hera, wat een prachtige foto’s en wat een uithoudingsvermogen hebben jullie. Petje af! Ik geniet iedere keer weer van je reisverslagen.
Argentinië ook weer zo’n prachtig land. Maar reizen is vaak ook lastig zoals geld de juiste weg zoeken een redelijke slaapplek enz.
Maar jullie blijven optimistisch en lossen het samen op! Bij deze ook felicitaties voor Paul 44 jaar ik zou ook wel die leeftijd willen hebben,…
Hera en Paul ook namens Henk reis lekker door blijf genieten en we hopen dat het met je knie beter zal gaan.