In gesprek met Jan Mokkenstorm

113online-249
Jan Mokkenstorm, oprichter en directeur van 113Online

113online heeft mij uitgenodigd een middag mee te kijken op het kantoor. Op mijn aanvraag heb ik ook een afspraak met oprichter en directeur Jan Mokkenstorm. Ik wil hem graag ‘aan de tand voelen’ over de organisatie, hun doelen en gedachtegoed. Een klein beetje nerveus ben ik wel, want ineens zit ik aan tafel tegenover ‘de grote man’ van 113online. Ik schud hem de hand, leg de recorder op tafel en begin aan mijn eerste interview ooit.

Eerst even checken wat nu precies zijn missie is met 113online.
Zijn antwoord daarop is duidelijk en eenvoudig. ‘We willen naar 800 zelfdodingen per jaar en minder (nu zijn dat er 1800), dat moet en kan! Er zijn zoveel dingen die gedaan kunnen worden die niet lastig of moeilijk zijn en die mensen kunnen helpen hun problemen te overleven.
Veel hulpverleners vinden het lastig er een simpele vraag over te stellen, zoals ‘Ik zie dat je somber bent. Denk je wel eens “ik wil misschien niet meer”?’ Zo’n vraag kost natuurlijk niks, je moet hem alleen wel durven stellen. Er rust nog een enorm taboe op het stellen van die vraag.’

DE GGZ
De eerste gedachte die bij mij opkomt is ‘behoort dit thema en de bijbehorende zorg niet tot het werkveld van de GGZ? Is die hulp dan niet toereikend, dat 113online in het leven is geroepen?
‘Ja, zeker. En dat zit hem in een aantal lagen.’

Mokkenstorm stelt de treffende vergelijking met iemand die vreemdgaat en het aan zijn partner wil vertellen. Het resultaat van de biecht; je partner wordt boos, hij/zij gaat bij je weg óf verbied je de ander nog ooit te zien, stiekem gaat ook niet meer want iedere stap die je zet wordt nu gecontroleerd. Al met al wordt de situatie er eerder slechter op dan beter.
Jan: ‘Zo kan het gaan met zelfmoordgedachten. Zolang je alleen bent met die gedachten kun je een plan maken, stappen ondernemen en heeft niemand het in de gaten. Je wordt niet opgenomen en krijgt geen lastige vragen waardoor je de pijn en problemen achter die zelfmoordgedachten zult moeten bespreken. Vaak rust er ook schaamte op.’

We gaan er heel erg van uit dat we het wel goed doen en als we het doel niet halen ligt dat niet aan ons. Maar we doen het niet goed, en daarom halen we dat doel niet!

Als de persoon in kwestie het tóch bespreekbaar wil maken moet hij al naar een huisarts.  Na doorverwijzing volgt een weg van crisisdienst, naar aanmelding bij GGZ of een psycholoog. Hier gaat tijd overheen en steeds moet de keuze worden gemaakt om wéér een stap te zetten. Een lange weg die de hulpvrager aan het twijfelen kan brengen.
Jan: ‘“Moet ik hier wel mee doorgaan? Moet en kan ik wel van die depressie af? Moet ik niet gewoon van mijn leven af?”
Als hij dan al doorzet is het nog maar afwachten of hij iemand treft die zijn pijn kan zien en hem op zijn gemak kan stellen.
Veel therapeuten denken “ik heb gestudeerd om mensen goed te doen, dus ik doe ze ook goed.” Maar we weten helemaal nog niet of dat wel zo is. Of we het misschien met therapie ook lastiger maken voor mensen. We gaan er heel erg van uit dat we het wel goed doen en als we het doel niet halen ligt dat niet aan ons. Maar we doen het niet goed, en daarom halen we dat doel niet!’

Er gaan miljoenen om in de GGZ, maar volgens Mokkenstorm wordt dat geld ondoelmatig gebruikt. ‘De GGZ moet geleerd worden dat ze het nog beter moeten doen en met simpele instrumenten kunnen ze nog enorme sprongen maken. Alleen al door hulpverleners te leren de juiste vragen te stellen. Wij horen hier nog geregeld van mensen die bij ons hulp zoeken “ik mag er van mijn therapeut niet over praten”. Als er bijvoorbeeld na een half jaar nog geen verbetering te zien is, wordt het een beetje op zijn beloop gelaten, in plaats van dat er gezegd wordt “nu is het echt menens”. Het is soms “als ik er niets mee kan, dan kijk ik er maar niet naar” in plaats van “als ik er niets mee kan, dan moet ik er dus verstand van gaan krijgen.”’

ONDERZOEK
Op de website van 113Online las ik dat ze ook wetenschappelijk onderzoek doen. Ik ben wel benieuwd wat dat precies inhoudt.
Jan: ‘Wat ik zelf nu onderzoek is; hoe veranderd de stemming van de chatter in de loop van het gesprek. Aan de hand van de woorden die iemand typt kunnen we zijn stemming peilen en dan vergelijken we de laatste tien minuten met de eerste tien minuten. Er zijn verschillende variabelen, zoals; hopeloosheid, hulpeloosheid, depressie, suïcidaliteit. Bij 40 a 45% van de mensen zit daar verbetering in en zij hebben er dus baat bij. Dat is nog maar een gesprekje van een uur.

Ook zijn we aan het kijken of we de gedachten aan zelfmoord met EMDR kunnen bestrijden (EMDR is een therapie die gebruikt wordt om traumatische gebeurtenissen te verwerken). Het lijkt erop dat dat mogelijk is. Als we financiering krijgen voor dat project gaan we daar mee testen. Met als ultieme doel dat we uiteindelijk misschien zelfs EMDR online kunnen gaan aanbieden. Het voordeel is dat je relatief weinig kosten hebt om iets op grote schaal te verspreiden.’

STUK MAKEN
Dan is het tijd voor een vraag die ik spannend vind om te stellen.
Ik las namelijk in een aantal interviews met Jan Mokkenstorm zijn uitspraak “mensen die zelfmoord plegen maken zoveel stuk”. Zelf word ik vooral gegrepen en gemotiveerd door het heftige lijden dat gepaard gaat met zelfmoordgedachten en soms uiteindelijk leidt tot zelfmoord. Maar Jan heeft het hier over de schade die veroorzaakt wordt door de zelfmoord zelf. Gevoelsmatig kan ik het beamen, maar ik ben benieuwd naar zijn verwoording en persoonlijke toelichting.
Als ik hem de vraag stel “Wat gaat er dan precies stuk? Wat gaat er verloren als iemand zelfmoord pleegt?” komt hij direct tot leven en schittert zijn bevlogenheid.

‘Ja, hun leven om te beginnen.
Ik heb dat al met een sperzieboon bij wijze van spreken. Je vouwt dat ding open en je ziet die zaadjes liggen en dan denk ik; jezus mina dat heeft de natuur gemaakt! Dat is geweldig, dat ziet er helemaal perfect uit. Als je je voorstelt hoe je oog werkt, je netvlies. Dat is gewoon al super!
En complexer; dat mensen elkaar kunnen verstaan! Als je dat vergelijkt met chaos is dat enorm veel structuur en rijkdom! Dat houdt op als je niet meer leeft.
Fysiek is het al het stuk maken van een wonder.
Daar ben ik niet gelovig over. Ik vind het leven zo de moeite waard. Hoe is het mogelijk!

Dan heb je de sociale realiteit. Wij zijn geen verzameling losse kiezels. Wij zijn mensen dankzij de ander. Je definieert jezelf nooit alleen. Ik ben Jan.. Nee, ik ben Jan, de vader van, de broer van, de vriend van. Dat gaat stuk als je dood gaat. In herinnering blijft die band wel bestaan. Maar relaties evolueren en vormen zich. Dat is op zichzelf een organisme en dat stagneert als je er niet meer bent.

Wij zijn geen verzameling losse kiezels. Wij zijn mensen dankzij de ander. Je definieert jezelf nooit alleen.

En op hoger niveau nog, als je er ethisch over zou willen doen. Mag je dat voor de ander wel stuk maken? Mag je je wel afpakken van een vriend? Er knakt iets in je omgeving, een blauwe plek een litteken. Wat zeg je tegen de ander?
Dat stukmaken gebeurd niet om stuk te maken, het is niet moedwillig.
Er is geen schuldige. Maar de bedoeling om ‘pijn te beëindigen’ kan zoveel stuk maken. Het is eeuwige oplossing voor een tijdelijk probleem.

MAG HET OOK WEL?
Geboeid luister ik naar deze man, die zo helder weet te verwoorden waar hij voor staat. Hij neemt me mee in zijn gedachtestroom en overtuigt me moeiteloos.
Toch blijft mijn volgende vraag overeind en wil ik heel graag van hem weten hoe hij hier tegenaan kijkt.
Mag het ook wel eens wél klaar zijn? Als het echt niet meer gaat en iemand echt niet meer wil. Mag hij dan dood?

‘Ja’ zegt Jan direct.
‘Ik ben opgeleid met de medische ethiek waarin de patiënt zoveel mogelijk kan beschikken over keuzemogelijkheden. En als uiteindelijk de dood echt een keuze is, dan zou ik niet weten waarom ik dat moet verhinderen. Als die persoon dan zichzelf maar is.’

Dat is ook een quote van Jan die ik heb genoteerd uit een ander interview,
“mensen die zelfmoord plegen zijn zichzelf niet”. Dat is toch niet in 100% van de zelfmoorden het geval?

Jan: ‘Aan het ene uiterste van de lijn staat een filosoof die zich heeft verdiept en die besluit “ik vind dat mijn leven dan en dan is voltooid en afgerond en dat dat het moment voor mij is om te sterven. Dat ben ik, ten voeten uit.” Als het goed is zou je dat in de mensen om hem heen terug moeten horen.
Dan heb je het andere uiterste. Iemand die in totale paniek, als een gewond dier, zich in een impuls voor de trein gooit.
Beiden plegen zelfmoord. De één is duidelijk zichzelf, de ander totaal niet.

Want dat vind ik vaak het erge, dat mensen eenzaam en radeloos zijn en geen afscheid kunnen nemen en dat het stuk maken dus ook veel groter is.

Het lastige is het middengebied. Er zijn mensen die bij tijd en wijle zichzelf zijn en bij tijd en wijle niet. Dan is het mijn taak om te zorgen dat ze het grootste deel van de tijd zichzelf zijn. Leren omgaan met pijn en moeilijkheden is dan de stap om te zetten, zodat ze niet de pijn ‘worden’.
Er zijn geen andere mogelijkheden meer, er is van alles geprobeerd, de pijn is de pijn. Dit is het voor de komende 30 jaar. Wat is dan mijn kwaliteit van leven? Kunnen dan de dingen die ik nog wel kan of waar ik naar uit kan zien opwegen tegen al die jaren deze straf?
Iemand is niet in paniek, is er wel verdrietig over maar kan het overzien en kan kijken naar; nog 30 jaar zo, of dood.
Dan denk ik dat je binnen de Nederlandse wet de situatie kunt creëren dat je iemand kunt helpen om dood te gaan, zodat hij niet eenzaam en radeloos sterft.
Want dat vind ik vaak het erge, dat mensen eenzaam en radeloos zijn en geen afscheid kunnen nemen en dat het stuk maken dus ook veel groter is.’

NEDERLAND VS IJSLAND
In NL is een stijging van zelfmoorden geweest van 37% tussen 2007 en 2013. In IJsland, het eerste land tijdens mijn fietstocht, was die er helemaal niet. Ik vraag Jan hoe hij dit verschil verklaard.

‘Terwijl het daar veel erger was, de economische crisis.’ Direct legt hij deze link.
‘Daar zijn verschillende opvattingen over. Je hebt verlies en verliezen.
Mensen die niet goed kunnen verliezen zijn vaak verloren. Die redden het vaak niet.

Je hebt verdriet nodig, het is een schakelemotie. Verdriet heb je wanneer je iets kwijtraakt. Als je niet verdrietig kunt zijn kun je alleen boos of angstig zijn. Dat kan je enorm opjagen, die emoties zetten je in een machteloze actie. Verdriet is stilstaan en de golf over je heen laten slaan. Dat wat er was en wat je verwacht gaat er nooit meer komen. Iedere keer dat iets niet gebeurt dat je verwacht ben je even verdrietig en leer je dat het niet meer gaat komen.

In IJsland hebben ze ontzettend veel verloren, maar ze hebben het wel met elkaar verloren. IJsland heeft veel gemeenschapszin. In Nederland hebben we een hele drukke samenleving waar iedereen juist zijn eilandje op zoekt. Er is hier veel meer kans op een ‘losergevoel’ of de dreiging een loser te kunnen worden in vergelijking met je buurman of ten overstaan van je ouders. Ik denk dat we in Nederland minder goed tegen ons verlies kunnen. En toen het mis ging gaf iedereen ineens niet thuis. In IJsland zijn ze veel barmhartiger geweest en minder meegesleept in een ‘good guys vs bad guys’ en ‘losers en winners’ gevoel.

Wij zijn beschermd tegen de kou en de zon en hebben hele zachte huidjes en als het dan ineens gaat donderen durven we niets.’

Mensen die niet goed kunnen verliezen zijn vaak verloren.

Dat is duidelijke taal en het raakt me als ik de leefcultuur van Nederland en IJsland zo tegen elkaar afgezet hoor worden. Maar ik herken wat hij zegt vanuit mijn reizen. Het verschil dat hij beschrijft is niet nieuw voor me.

 

Als afsluiting praten we nog over de IAS (International Association for Suicide prevention) en soortgelijke organisaties en hulplijnen in het buitenland. Ook verteld hij over de Zero Suicide beweging in Amerika. Er ontstaan verschillende plannen voor organisaties die ik zou kunnen bezoeken. Jan is enthousiast over mijn plan. Hij sluit af met ‘Ik had gehoord dat je dit ging doen en ik vond het een geweldig idee. Ook nu ik je heb leren kennen vind ik het heel leuk en ik ben er ook zo dankbaar voor.

Ik ben blij dat ik dit interview heb mogen doen. Ieder antwoord heeft mijn vertrouwen in 113Online onderschreven. Jan Mokkenstorm weet wat hij wil met 113Online en heeft ontzettend goed zicht op en inzicht in de problematiek. Hij blijft vragen stellen en zoeken naar precies de juiste manieren van hulpverlening, het is pas goed als het doel bereikt is.

Als ik er niets mee kan, dan moet ik er dus verstand van gaan krijgen.

 

 

Scroll naar boven